NRC: We moeten weer leren om echt iets te leren

We hebben het vaak over ‘levenslang leren’, maar hoeveel leren wij nou echt? Filosoof Haroon Sheikh onderzoekt de bedreigingen voor authentieke lessen.

Leren verbinden we vaak met school. Terecht, maar leren kan op meer plaatsen, en dat mogen we niet vergeten. Scholing is ook al lang niet meer iets wat we alleen op jonge leeftijd doen. Tijdens werk, cursussen en zelfs op tv leren we veel. Wie de weg kent, volgt online colleges van de grote hoogleraren van Oxford en Harvard. De woorden ‘een leven lang leren’ zijn niet langer beleid, maar realiteit. En dat is goed, want we hebben talent en creativiteit nodig in onze kenniseconomie.

Toch betwijfel ik of wij nu echt zo veel leren. Wat als ons begrip van leren heel dun is geworden? Aan de oppervlakte is iedereen druk met informatie. Maar wordt dat wel kennis, ontwikkelen we onze vaardigheden? Onze drijfveer om te leren is sterk, maar we zullen weer eerst moeten leren om te leren.

Leren wordt in de eerste plaats bedreigd omdat wij ons vaak alleen op het formele leren richten dat plaatsvindt op school en wordt gemeten met diploma’s. Daarnaast bestaat het informele leren dat ongepland ontstaat tussen collega’s en vrienden. Dit leren blijft vaak onuitgesproken, omdat het impliciete kennis betreft. Denk aan omgangsvormen, praktische wijsheid en stijlgevoel. Maar ook wanneer wij in onze vrije tijd aandachtig muziek bestuderen, leren we op non-formele wijze.

Gevaren: carrière en entertainment

Ons informele en non-formele leren is ‘gekoloniseerd’ door het formele leren. Op jonge leeftijd al ‘meten’ wij de ontwikkeling van kleine kinderen en grijpen zo nodig in. De cursussen die wij op werk volgen zijn gestandaardiseerd en worden daardoor vaak als onpraktisch en saai ervaren. De brede en geïnspireerde ontwikkeling van studenten maakt meer en meer plaats voor een gecalculeerd vierjarenplan van cv-bouwen.

Meten is interessant. Wat meetbaar is, kunnen wij controleren, schaalbaar maken en vermarkten. Maar hier dreigt een gevaar: leren wordt op deze manier iets instrumenteels, een ‘extrinsiek goed’: we doen het omwille van iets anders, zoals carrière maken of om niet buiten de boot te vallen, en minder omdat we het als een doel op zichzelf zien. Wat geen intrinsieke waarde heeft verliest onze interesse en aandacht. Levenslang leren klinkt dan opeens als gevangenisstraf.

Een tweede bedreiging voor werkelijk leren komt uit de heersende cultuur van entertainment en individuele beleving. Er valt veel te leren op het internet. Maar het overgrote deel van onze tijd brengen we door met filmpjes over katten, blunders en het leven van de rich and famous. Alles moet leuk zijn en snel vermaken. Als individu moet iedereen zijn eigen weg volgen en verzetten we ons tegen autoriteit. We nemen niet makkelijk iets van een ander aan. Wie durft vandaag te zeggen dat hij of zij een leermeester heeft?

Wel willen wij graag met anderen communiceren. Als sociale dieren zijn wij geprogrammeerd om van de aandacht van anderen te genieten. Dat was nuttig in een tijd van schaarste, maar met onze overvloed aan communicatiemiddelen kan dat leiden tot verslaving, met  de obsessieve behoefte aan bevestiging en de angsten die daarbij horen.

Die verslaving tast de concentratie aan die nodig is om ergens echt goed in te worden. Elk leren, of het nu een vakgebied, een sport of een muziekinstrument betreft, vergt toewijding, discipline en aandacht. Goed menselijk contact overigens ook. Wie continu afgeleid is, kan ook niet naar een ander luisteren.

Van twee kanten wordt de ervaring van het leren dus bedreigd: het wordt geformaliseerd waardoor het een instrumenteel en gedwongen karakter krijgt. Daarnaast wordt het weggedrukt door de macht van vermaak en continue verstrooiing. Het wordt werk of vermaak, productie of consumptie.

Hoe blazen we het leren nieuw leven in? Laten we te rade gaan bij het informele en non-formele leren. Van het persoonlijke contact met andere mensen doen wij kennis op die impliciet is en moeilijk uit te leggen. We leren niet alleen wat we moeten doen, maar ook hoe. Op de werkplaats leren mensen bijvoorbeeld niet alleen het werk, maar ook de houding van een echte advocaat of arts. Niet voor niets zoeken veel zzp’ers elkaar op in gedeelde ruimtes of op een campus. Formeel kunnen zij steeds meer vanuit huis doen, maar toch zeggen velen dat ze daar niet meer leren.

En er is een bepaalde autoriteit nodig

Leren lukt niet zonder autoriteit. Je kunt tennis in abstracte instructies vatten, maar dat is niet genoeg en kan zelfs verlammend werken. Om iets goed te leren, moet de leraar het voordoen. Zo moet je de bal slaan. Zo lees je een tekst.

Leren betekent herhaling. Na de aanvankelijke spanning is een nieuwe kunde vaak saai voor de leerling, ook omdat hij niet overziet waar de ogenschijnlijk irrelevante oefeningen voor dienen. Maar alleen via herhaling kunnen we een vakgebied, een sport of een muziekstuk van binnenuit leren kennen. Als ik West-Afrikaanse muziek hoor, klinkt het als een wirwar van indrukken die ik niet kan bijhouden. Voor een geoefend oor gaat de tijd langzamer. Dat oor hoort patronen, kan kleine dingen waarderen en anticiperen op wat komen gaat. Zoals ook de vaardige schaker automatisch over de huidige zet heen kijkt naar toekomstige patronen.

Training is de basis voor creativiteit. Pas als een kunde ‘tweede natuur’ is geworden, als vanzelf gaat, kun je gaan spelen met de vaardigheid en je eigen stijl ontwikkelen. Dat geldt evengoed voor een Bach als voor een Lionel Messi of een Armin van Buuren.

We moeten weer leren leren. Daarvoor hebben we ‘psychotechnieken’ nodig om aandacht, concentratie, toewijding en presentie in het moment te leren. De behoefte hieraan is al zichtbaar bij veel jonge werkende mensen en studenten die Bildung zoeken. We kijken naar televisieprogramma’s waar we leren hoe je een goed danser of banketbakker wordt. Dat is een goed teken, maar daar komen we niet per se mee in actie. De ironie is dat iemand de chefkoks op televisie kan bewonderen terwijl hij met een diepvriespizza op de bank zit.

Om toch in actie te komen, zoeken veel mensen daarom de leraren van het leren op: yoga, bootcamp, ambachtelijk eten bereiden en mindfulness zijn allemaal manieren om aandacht, concentratie en presentie te leren. Maar dit is niet voor iedereen weggelegd omdat deze activiteiten vaak duur en tijdrovend zijn.

Het kan ook anders, want mensen hebben een bijzondere vaardigheid. Wij kunnen eenzijdig tweezijdige relaties opzetten: de acteur of popster bijvoorbeeld, die in onze fantasie direct tot ons spreekt. Ik heb mij tijdens mijn studie vaak afgevraagd wat Nietzsche ergens van zou vinden. Onze helden helpen ons in moeilijke situaties. Die relatie maken wij zelf, maar in ons hoofd voeren we een dialoog.

Wat nu als de nieuwe media niet alleen tot verstrooiing hoeven te leiden, maar ook een middel kunnen zijn om psychotechnieken in het dagelijks leven te integreren? Verspreid over YouTube bestaan al allerlei lerende gemeenschappen waarin mensen hun voorbeelden volgen.

We moeten herhalen, we moeten herhalen

We kunnen daar veel verder mee gaan en ons tot de juiste leraren richten. Niet een acteur, maar een Dafne Schippers die ons boven onszelf uit tilt, doordat we van haar dagelijkse activiteiten leren. Er zijn overal goede voorbeelden: topatleten, goede muzikanten, artsen en filosofen. Wij hebben nu de middelen om hen massaal als persoonlijke leraar te gaan ervaren.

Ik zeg het nog een keer: in plaats van eenmalige colleges of instructies hebben we herhaling nodig. Trainingsprogramma’s met tips, ervaringen en lessen die wij in de alledaagse praktijk kunnen toepassen en steeds verder personaliseren.

Laten we dus onze leraren opzoeken en de platformen bouwen waarop we van ze kunnen leren. We mogen het niet toestaan dat authentiek leren wordt weggedrukt tussen werk en vermaak, terwijl we de mogelijkheid hebben om ‘lerend te leven’.

Share