Door Haroon Sheikh, Ph.D en Nawien Debipersad, M.Sc.
De term ‘diaspora’ komt van het oud- Griekse woord voor ‘verspreiden’ en het verwijst naar mensen die niet in hun moederland wonen en dus over de aarde zijn verspreid. Dit zijn vaak bijzonder ondernemende mensen. In alle grote steden zijn bijvoorbeeld dynamische Chinatowns te vinden en mensen van Chinese afkomst domineren de economieën van Zuidoost- Azië.
Verbaasd over het succes van de Indiase diaspora vroeg oud-premier Indira Gandhi waarom Indiërs het overal ter wereld zo goed deden, maar niet in India. De Libanese diaspora, waartoe de rijkste man ter wereld behoort, reikt van het Midden-Oosten tot aan West-Afrika en Latijns- Amerika.
Diaspora’s kunnen hun moederland een grote economische impuls geven. Toen de Chinese economie in 1979 werd geopend, waren het investeringen van overzeese Chinezen die het economisch wonder in gang zetten. IT hubs als Bangalore in India en Tel Aviv in Israël bloeien door hun banden met landgenoten in Silicon Valley in de VS. Taiwan heeft actief talentvolle Taiwanezen wereldwijd opgespoord en hen banen aangeboden om terug te keren en de economie te versterken. China kopieert dit beleid momenteel.
De verhoudingen kunnen ook minder goed zijn. Onder Mao Zedong had China een slechte relatie met haar diaspora. Nu nog beschouwen Cuba en Iran hun overzeese landgenoten als verraders of als een bedreiging. Deze landen missen daardoor wel het netwerk en de vaardigheden die deze groepen bezitten.
In plaats daarvan kunnen landen veel beter solidair zijn met hun diaspora. Mensen verlaten hun moederland om verschillende redenen, maar dat betekent niet dat zij niet het beste met het land voor hebben. In een tijdperk van globalisering bieden zij bovendien grote kansen.
Zou de diaspora Suriname ook een economische impuls kunnen geven? Er zijn twee redenen om aan te nemen dat deze impuls hier nog veel groter zou kunnen zijn dan in die andere landen. Dit komt in de eerste plaats door omvang. China merkte het effect al van een diaspora die qua omvang slechts een paar procent was van de omvang van het moederland. De Surinaamse diaspora in Nederland is daarentegen ongeveer even groot als de bevolking van het land zelf. Het effect zou dus ook vele malen groter moeten kunnen zijn.
Ten tweede heeft de diaspora in Suriname een dubbele betekenis. De meeste inwoners van het land vormen zelf namelijk ook een diaspora. Via taal en cultuur hebben Surinamers banden met India, verschillende Afrikaanse landen, Indonesië en China. Veel van deze landen maken nu een sterke economische ontwikkeling door waar Suriname van kan profiteren. Culturele uitwisseling kan dit versterken. Deze veelheid van potentiële internationale partners kan weer aangewend worden om een betere onderhandelingspositie te verwerven in bijvoorbeeld de grondstoffenindustrie.
Er zijn al een aantal interessante ontwikkelingen die de diaspora betreffen zoals het werk van organisaties als het SIO en SCOS en de wet ‘personen van Surinaamse origine’. Wat zou er gedaan kunnen worden om de Surinaamse diaspora beter te activeren?
Ten eerste zou het al behulpzaam zijn om deze bevolkingsgroep zorgvuldig in kaart te brengen. Wie zijn het en wat voor talenten en vaardigheden bezitten zij? Zitten er ondernemers tussen? Het simpelweg met elkaar in contact brengen van mensen zou al waardevol kunnen zijn.
Het is vervolgens belangrijk om betrokkenheid te creëren. Activiteiten zoals workshops of netwerkbijeenkomsten zouden bijvoorbeeld via de ambassade georganiseerd kunnen worden. Actieve diaspora’s geven elk jaar een prijs aan hun beste student, wat ook de betrokkenheid stimuleert.
Een ander initiatief is om bijeenkomsten te organiseren waarbij studenten kunnen nadenken over hoe hun opgedane kennis in Suriname aangewend zou kunnen worden. Een groep actieve studenten en ondernemers zouden op regelmatige basis bij de ambassade bijeen kunnen komen om beurtelings business plannen aan elkaar voor te leggen. Zij zullen dan van elkaar leren en door de aanwezigheid van Surinaamse functionarissen zouden goede ideeën in actie omgezet kunnen worden. Dit kan door middel van advies, financiering en door te werken aan een goed juridisch kader.
Het zou makkelijker gemaakt moeten worden voor jonge mensen om een onderneming op te zetten of om bijvoorbeeld innovatief werk te doen op het gebied van IT. De Wereldbank onderzoekt in haar Doing Business reports ieder jaar het gemak waarmee er in landen zaken gedaan kan worden. Uit een lijst van 183 landen, stond Suriname in 2012 op de 158e plaats, vijf plaatsen lager dan het voorgaande jaar.
Suriname scoort vooral slecht op de mogelijkheden om een onderneming op te zetten. De kosten hiervoor bedragen meer dan een gemiddeld jaarinkomen, terwijl die in OECD- landen minder dan 5% van een jaarinkomen bedragen. De kosten, het aantal procedures en de tijd die nodig is om een onderneming op te zetten zijn allemaal ook veel hoger dan het gemiddelde van Latijns- Amerika en het Caribische gebied. Om ondernemerschap te stimuleren zal de overheid in bureaucratische processen moeten snijden.
Op dit moment is de arbeidsmarkt in het Westen erg zwak terwijl er in Suriname kansen ontstaan. Dit is een historische kans om ambitie en talent aan te trekken. Als hierop geacteerd wordt, zou de brain drain in een brain gain omgezet kunnen worden. Er zijn inmiddels al een behoorlijk aantal Nederlanders van Surinaamse afkomst die in Suriname als professional werkzaam zijn. Wanneer zij in Suriname wonen, bijdragen aan het land en er belasting betalen, is het op zijn plaats om ze met een dubbele nationaliteit dezelfde rechten te geven als de rest van de bevolking.
Het is niet zo dat de diaspora in Nederland niets wil bijdragen aan het succes van Suriname. Initiatieven blijven nu echter in de familiesfeer, omdat men niet weet wat er op grotere schaal gedaan zou kunnen worden. Maar als de mogelijkheidsvoorwaarden worden gecreëerd, is het potentieel enorm.