Digitale data hebben bijzondere eigenschappen. Ze zijn niet gebonden aan tijd en plaats, maar zo nodig eindeloos voortvluchtig. Ze zijn moeiteloos te kopiëren, zo nodig oneindig vaak. In economische termen: het zijn non-rivaliserende goederen. Ze slijten niet in gebruik, altijd in verdere ontwikkeling door nieuw commentaar, nieuwe variatie of nieuwe versies. Ook ruwe olie is een grondstof die verrijkt kan worden, tot benzine of kerosine bijvoorbeeld. Maar elke druppel olie kan maar bewerkt worden voor één doel, terwijl digitale data beschikbaar blijven voor vele toekomstige doelen.
Digitale data hebben met andere grondstoffen gemeen dat ze inmiddels noodzakelijk zijn om de maatschappij draaiende te houden. Ze leiden tot een aparte industrie. En, ze worden middelpunt van strijd. Nieuwe wegen voor criminaliteit en oorlogsvoering laten we hier voor wat ze zijn, al tonen die ook de waarde van de grondstof aan. We concentreren ons op een laatste verschil met de gangbare grondstoffen: digitale data worden niet gedolven, maar door mensen gecreëerd.
Facebook, Google, Amazon, bedrijven als Uber, Deliveroo, Booking.com, LinkedIn en de apps op uw telefoon gaan er allemaal vanuit dat de clicks geen waarde hebben. De vraag is of dat klopt. Waar komt hun waarde dan vandaan? Uit de opwerking van de data? Zeker, maar dat gaat niet als er geen grondstof is. En zonder input van data valt er niets te profileren of aan algemene kennis te verkopen. De grondstof moet dus al waarde hebben.
Het is de hoogste tijd voor wetgeving die recht doet aan de waarde van digitale data
De waarde per click is klein. De keuze die u maakt uit een menu is voor de leverancier wat waard, niet alleen nu maar ook in de toekomst. Een item waar u op zoekt legt uw voorkeuren bloot. Uw aarzelingen achter het toetsenbord vertellen iets over uw gemoedstoestand. De tussenhandelaren maken handel van die inzichten. Ze verkopen click voor click en inzichten afgeleid uit clicks, aan de volgende in de keten, maar ook aan geheel andere partijen.
Onderzoek op Stanford University heeft aangetoond dat uit 250 likes op Facebook persoonlijke voorkeuren beter kunnen worden voorspeld dan door de beste vrienden van de betrokkene. Trump heeft in zijn campagne hiervan gebruikt gemaakt door data bij sociale media te kopen en deze te laten analyseren door Cambridge Analytics. Zo kon hij per persoon een video selecteren uit zijn rijke schakering aan uitspraken die helemaal was toegesneden op die persoon.
Clicks en likes hebben dus waarde. Schattingen lopen uiteen van 0,01 cent per keer en $ 50 voor iemand die vraagt om twee verzekeringspolissen te vergelijken. Met gemiddeld enige duizenden clicks per persoon dag maal 1 miljard mensen is de totale waarde van de handel in deze grondstof hoe dan ook aanzienlijk.
Nu de keuze om mee te doen niet meer vrij is, ligt er een taak voor de overheid
Economisch bezien wordt de click nu gewaardeerd als gratis en geruild tegen de (massale) levering van gratis diensten. Dat is een primitieve vorm van handel. Doordat data nu buiten het economisch verkeer vallen, kunnen wij er op die grond geen rechten aan ontlenen. Zo hebben we nu de paradoxale situatie dat verzekeraars, banken en kredietbureau’s verplicht worden om onze data te beschermen, terwijl dat niet geldt voor digitale platformen die echter veel intiemere data van ons bezitten.
Die situatie is onhoudbaar. Is het niet mogelijk om de gratis diensten reëel te waarderen, en dan de kosten weg te strepen tegen de geleverde data? Voor de consument zou het niks uitmaken, want de kost wordt tegen de baat weggestreept, Maar de waardering heeft twee voordelen: de overheid kan dan over de clicks btw rekenen en de digitale data worden, nadat zij aangemerkt zijn als economisch goed, onderdeel van het zakelijk verkeer met bijbehorende bescherming.
We hebben er 180 jaar over gedaan om tot het huidige stelsel te komen voor het zakelijk verkeer. Voor het digitale verkeer wordt gewerkt aan losse onderdelen, zoals privacy en cybercriminaliteit. Het is tijd om aan een wettelijk bouwwerk te beginnen dat recht doet aan de waarde van digitale data, en daarmee ook eigendom, zorgvuldige levering, en onbedoeld misbruik te regelen. We kunnen dat overlaten aan het goedkeuren van de gebruiksvoorwaarden die met elke nieuwe versie meekomen. Maar nu de keuze om mee te doen niet meer vrij is, is er een taak voor de overheid.
(Geschreven met Arnold Smeulders, emeritus hoogleraar kunstmatige intelligentie aan de UvA).