Zuidoost-Azië is altijd een druk kruispunt geweest van beschavingen en maritieme handelsroutes. China is hier zeer actief, maar ook India, Japan en Amerika zoeken toegang tot de bruisende regio, waar nu innovatieve regionale hubs opkomen, net als nieuwe economische tijgers.
Zuidoost-Azië is van oudsher een maritieme wereld. Indonesië is de grootste archipelstaat van de wereld. Ook de Filipijnen en Singapore bestaan volledig uit eilanden. Het grondgebied van Maleisië wordt door water in tweeën gesplitst, en wie de landkaart van Myanmar, Thailand en Vietnam bestudeert, ziet vooral lange kuststroken.
Die verbindingen met het water hebben de regio altijd tot een kruispunt van beschavingen en handelsroutes gemaakt. Veel van de volkeren die hier wonen zijn oorspronkelijk uit Zuid-China gemigreerd en namen taal, gebruiken en landbouwpraktijken mee. Uit India kwam kleurrijke cultuur en vooral religie over: boeddhisme in Thailand en Myanmar, hindoeïsme is te vinden op Bali en in de naam van Indonesië’s luchtvaartmaatschappij: Garuda, de vliegende Hindoegodheid. Door Arabische handelaren werd een groot deel van de regio islamitisch. De Spanjaarden brachten op hun beurt het katholicisme naar de Filipijnen, en vernoemden de eilandengroep naar koning Filips II.
Vroege koninkrijken in dit gebied, zoals Funan, Champa, Srivijay en het sultanaat van Malakka, waren zeevarende samenlevingen. De ‘orang laut’, ofwel zeemensen die de belangrijke routes bewaakten, waren nog sterker verbonden met het water. Nog steeds zijn zij in de regio te vinden. Traditionele huizen in Noord-Sumatra hebben de vorm van schepen, en in Brunei ligt de Kampung Ayer, het ‘waterdorp’ waar mensen nog altijd hun leven op het water doorbrengen.
Great Wall of Sand
Ook vandaag de dag is Zuidoost-Azië een druk maritiem kruispunt. Een grote diversiteit aan religies, culturen en etnische groepen kenmerkt hier het straatbeeld. Massatoerisme trekt het hele jaar door grote groepen tijdelijke bezoekers. Bovenal is het een kruispunt van handelsstromen. De Straat van Malakka is de drukste zeestraat in de wereld: een kwart van alle wereldhandel gaat hier doorheen. Liefst 80% van China’s energie-import uit het Midden-Oosten passeert door de straat.
Door de strategische ligging van Zuidoost-Azië ontwikkelen diverse landen hier grote economische projecten. Het meest actief is China. Het claimt bijna de gehele Zuid-Chinese Zee als territoriaal water op basis van de zogenaamde ‘Nine-Dash Line’, een vage en omstreden zeegrens die loopt langs de kusten van Vietnam, Maleisië en de Filipijnen, wat tot frictie leidt met al deze landen. De laatste jaren heeft China in de Zuid-Chinese Zee artificiële eilanden gebouwd, door commentatoren ‘The Great Wall of Sand’ genoemd, die haar maritieme presentie in de regio moeten versterken. Tegelijkertijd vermijdt China openlijke conflicten. In ruil voor investeringen heeft het bijvoorbeeld de banden met de Filipijnen aangehaald.
Infrastructuur speelt een centrale rol in China’s strategie in Zuidoost-Azië. Het legt momenteel spoorwegen en energiepijplijnen vanuit het Chinese binnenland aan die direct naar de Indische Oceaan lopen: de kust van Myanmar. Die landverbinding binnendoor wordt weleens vergeleken met de rol die Californië historisch speelde voor de VS: het maakte van Amerika een twee-oceanenland. Myanmar kan China straks, naast de Stille Oceaan, directe toegang geven tot de Indische.
Het Chinese plan voor Thailand is het meest ambitieuze: een kanaal door de Ishtmus van Kra, het smalle schiereiland dat de Indische Oceaan van de Zuid-Chinese Zee scheidt. Dit ‘Aziatische Panama-kanaal’ van 130 km levert een alternatieve vaarroute voor de Straat van Malakka en scheelt drie vaardagen.
Leidsman Singapore
Maar het is niet alleen China dat investeert in Zuidoost-Azië. Ook India en Japan hebben een gezamenlijk project opgezet, de AAGC (Asia-Africa Growth Corridor), waarmee zij de economische relaties met Zuidoost-Azië willen versterken. En ook de VS haalt hier banden aan met partners. Deze concurrentie tussen externe krachten levert kansen op voor de landen in de regio.
De absolute Zuidoost-Aziatische koploper van dit moment is Singapore. Zeehandel zit in het DNA van deze stadstaat, die ooit werd gesticht als een Brits entrepot zonder achterland. Vanaf de jaren zestig richtte Singapore zich onder haar visionaire leider Lee Kuan Yew op het aantrekken van handel door buitenlandse bedrijven via infrastructuur van hoge kwaliteit en een zeer efficiënte overheid. Met strategieën als Smart Nation wil het nu koploper worden in nieuwe technologieën als autonomous vehicles, telehealth en e-government. Singapore’s model is nagevolgd van China tot Dubai, maar om een voorbeeld te blijven zal het uitdagingen als demografische neergang het hoofd moeten bieden.
Na Singapore kwamen de Aziatische tijgers Thailand, Maleisië en de Filipijnen op. Tot de Oost-Azië Crisis van 1997 waren dit de regionale sterspelers, maar inmiddels kampen zij met stagnatie. Zij lijden onder de ‘middeninkomensval’. Ze zijn te rijk om te kunnen concurreren op goedkope arbeid met armere landen. Tegelijkertijd zijn ze te weinig innovatief om te kunnen concurreren met geavanceerde landen.
Maleisië is het meest proactief. Het heeft een ‘Multimedia Supercorridor’ en bij Johor Baru, net boven Singapore, ontwikkelt het ‘Iskander Malaysia’. De ambitie is om hier een tweede Shenzhen, de innovatieve productiehub die naast Hong Kong is opgebouwd, te creëren. Eerder deze week zetten Maleisië en Singapore nieuwe stappen voor een hogesnelheidslijn over de grens.
Voor de drie ‘oude’ tijgers geldt dat China hier grote investeringen doet, maar alle drie kampen ook met diepgaande politieke problemen: In Thailand is dat de strijd tussen het leger en de populisten, in de Filipijnen het autoritaire beleid van president Duterte, en in Maleisië de schandalen rond de regeringspartij UMNO.
Nieuwe tijgers
De verwachting is daarom dat de grootste dynamiek in de regio straks niet van de rijkere, maar juist van de armere landen zal komen: de nieuwe Aziatische tijgers Vietnam, Myanmar en Indonesië.
Vietnam begon al in 1986 een proces van economische opening, het zogenaamde ‘doi moi’-beleid, en het land volgt hierin China, al loopt het een paar stappen achter. Ook hier heeft een communistisch regime een sterke staat met een hoogopgeleide bevolking gecreëerd. Met het lage inkomensniveau zal dit land van 92 mln inwoners straks een belangrijke outsourcing-hub worden. Langs de uitgestrekte kustlijn beschikt Vietnam over ruim honderd havens waarmee het met de wereld verbonden kan worden.
Ook Myanmar, lang het meest geïsoleerde land van de regio, opent zich nu geleidelijk. Na haar huisarrest zit oppositieleider Aung San Suu Kyi inmiddels in de regering. Buitenlandse mogendheden, ook uit het westen, richten zich steeds meer op dit strategisch gelegen land. De slechte behandeling van de islamitische Rohinya-minderheid toont echter hoe autoritair dit militaire regime nog steeds is.
De meest dynamische tijger in de regio is zonder twijfel gigant Indonesië. Dat het land bestaat is op zich al een soort wonder. Dit land met ruim 260 miljoen inwoners, 18.000 eilanden en een enorme diversiteit aan culturen, was voor de kolonisatie al nooit een eenheid. Desondanks is het momenteel een stabiele en functionerende natie.
Misschien omdat het nog zo jong is, heeft Indonesië een bescheiden internationaal profiel. Sinds de Oost-Azië-crisis dictator Soeharto ten val bracht, is Indonesië een democratie geworden waarin verschillende partijen elkaar vreedzaam afwisselen.
Daarnaast heeft het land de grootste moslimbevolking ter wereld. Toch speelt het geen leidende rol in die religieuze gemeenschap. De islam van Indonesië is gematigd, ook al toont recente controverse over een van blasfemie beschuldigde christelijke bestuurder in Jakarta dat het conservatisme ook hier groeit.
Wat betreft haar omvang en potentie hoort Indonesië eigenlijk in het rijtje van de BRIC-landen thuis: misschien nog wel meer dan de volatiele economieën van Rusland en Brazilië. Toch staat het land niet op het toneel van de opkomende markten. Het is nog een stille reus.
Onder president Widodo groeien de mondiale ambities van Indonesië wel. Een weinig belicht element van zijn beleid is een opmerking die hij op zijn eerste dag als president maakte. Hij riep alle Indonesiërs op mee te werken om het land weer een maritieme natie te maken. De maritieme infrastructuur is nu nog beperkt en loopt achter op de buurlanden.
Sindsdien ontwikkelde Widodo de Poros Maritim Dunia-doctrine, de ‘Global Maritime Axis’. In plaats van alleen naar Zuidoost-Azië te kijken, moet Indonesië zich positioneren als centrale as tussen de Indische en de Grote Oceaan. Het behelst een nieuwe visie om de leider te worden van een regio die historisch altijd een belangrijk kruispunt van mensen en goederen is geweest. Het zal er de komende jaren niet rustiger op worden in Zuidoost-Azië.
Deel van een reeks over de innovatieve krachten en ontwikkelingen in zeven belangrijke kustgebieden:
4: De wateren van Zuidoost-Azië