Ooit was de Indische Oceaan het centrum van de maritieme handel, maar na de ontdekking van Amerika werd de Atlantische Oceaan de belangrijkste waterweg. Nu het economische zwaartepunt weer oostwaarts beweegt, groeit de rol van de Indische Oceaan. China en India strijden hier om de maritieme dominantie.
China bouwt op de Indische Oceaan aan een handelsnetwerk, als onderdeel van de ‘Maritieme Zijderoute’. Het investeert in regionale havens die buitenlandse commentatoren met een parelketting vergelijken (‘string of pearls’) zoals Gwadar in Pakistan, Colombo in Sri Lanka, Chittagong in Bangladesh en Sittwe in Myanmar.
India en Japan groeien naar elkaar toe. Ze zijn bezorgd over China en worden internationaal actiever
Het merendeel van China’s handel gaat door de omstreden Zuid-Chinese Zee. Door landverbindingen te leggen met havens in Pakistan en Myanmar creëert het directe toegang tot de Indische Oceaan. Vanwege dit strategische belang heeft het de China-Pakistan Economic Corridor met een waarde van $62 mrd opgezet.
Het maritieme India
Een tweede speler is echter in opkomst in deze strategische zeeregio. India creëert een alternatief maritiem netwerk en hoopt daarmee de naam van deze oceaan letterlijk over te kunnen nemen.
Het is misschien vreemd om India als maritieme natie te zien. Maar ook al is het verbonden met de Euraziatische vlakte, het Indiase subcontinent lijkt op een groots eiland. Als drijvend continent creëerde de botsing met Eurazië de Himalaya, die samen met immense regenwouden India goeddeels afscheiden van Centraal-Azië.
Het zuiden van India is al langer over zee met de wereld verbonden. Indiërs handelden al heel vroeg met de Golf, en zelfs met het Romeinse Rijk. In het oosten reikten Indiase dynastieën en handelsnetwerken tot in Zuidoost-Azië over de zuidelijke Zijderoute: de sporen daarvan kun je nu nog zien in het Hindoeïsme van Bali en de tempels van Angkor Wat in Cambodja.
De Indiase cultuur toont verwantschappen met andere maritieme samenlevingen. In contrast met China of Rusland, kent India weinig centralisatie van de macht. Net als Engeland of Amerika maakte het relatief veilige eilandbestaan een veelheid van autoriteiten en machtscentra mogelijk. Tolerantie en acceptatie van diversiteit kenmerken India ook.
De Indiase econoom Amartya Sen noemt de cultuur van het land dan ook ‘argumentatief’. Niet absolute waarheid, maar dialoog, discussie en twijfel kenmerken religie en samenleving. Dat verklaart ook mede waarom zo’n arm land toch kan uitgroeien tot de grootste democratie op aarde.
Ondanks de historische zeehandel en open mentaliteit leidde India in de twintigste eeuw echter een geïsoleerd bestaan. Na de dekolonisatie was India niet-gelieerd tijdens de Koude Oorlog. De eerste leiders van het land, de traditionalist Gandhi en de socialist Nehru, vonden elkaar in een afkeer voor vrijhandel en voerden protectionistisch beleid. Dat leidde tot zwakke economische groei, de ‘Hindu rate of growth’ die amper hoger was dan de bevolkingsgroei.
Hogere groei
Die tijd is nu voorbij. Het keerpunt kwam in 1991 toen een financiële crisis de regerende Congress Party ertoe bracht om de logge Indiase overheid, de zogenaamde ‘license Raj’, te ontmantelen. Als gevolg van de hervormingen schoot de economische groei omhoog en die worden voortgezet onder Narendra Modi van de Hindoe-nationalistische BJP die sinds 2014 aan de macht is. In 2015 groeide India voor het eerst harder dan China.
Drie ontwikkelingen zullen samen een enorme stimulus geven aan de digitale economie van het land. Ten eerste de financiële hervormingen. Jan Dhan is een programma van financiële inclusie dat in 2014 is gelanceerd en de ambitie heeft om elk Indiaas huishouden altijd toegang te geven tot een bankrekening. Inmiddels zijn bijna 300 miljoen bankrekeningen onder het programma geopend. Vorig jaar voerde India ook een plotse demonetisatie-campagne uit, waardoor er niet meer met groot briefgeld betaald kan worden. Ook al is er veel kritiek op de uitvoering van het programma, het is de bedoeling om belastinginkomsten te verhogen en digitaal betalen te stimuleren.
De tweede pijler is de mobiele telefoonmarkt. Het is nu de grootste groeimarkt van de wereld en door een prijzenoorlog groeit het gebruik van mobiele data enorm. De derde en meest opzienbarende pijler is Aadhaar. Dit is het grootste biometrische overheidssysteem in de wereld. De irisscans en vingerafdrukken van meer dan een miljard Indiërs zitten in een systeem dat aan allerlei overheids- en zakelijke diensten is gekoppeld. Dit is onderdeel van het geünificeerde softwareplatform India Stack, een van de meest ambitieuze e-governmentprojecten in de wereld.
Nieuwe moessonwind
India wendt zich ook naar buiten toe. Het isolationisme wordt losgelaten onder Modi: wat buitenlands beleid betreft is dit de meest actieve premier die het land ooit gehad heeft. Het meest opvallende project werd een paar jaar geleden aangekondigd en verwijst expliciet terug naar India’s maritieme tradities. Project Mausam verwijst naar de moessonwind die een handelsnetwerk mogelijk maakte met het Arabisch schiereiland, Oost-Afrika en Zuidoost-Azië. Cultureel moet het de banden tussen al deze volkeren versterken, en strategisch is het een antwoord op China’s maritieme zijderoute.
Mausam sluit ook aan bij andere Indiase projecten. Het Think West-beleid richt zich op de Golf. Met de emiraten onderhandelt India over een UAE-India Fund van $75 mrd dat gedurende tien jaar in de Indiase infrastructuur zal investeren.
Met Iran ontwikkelt India ook een diepgaande strategische relatie. India ontwikkelde bijvoorbeeld de Iraanse haven Chabahar waardoor via spoorwegen Afghanistan met zee verbonden wordt. Recenter is het idee ontstaan voor een immens onderwaterproject, waardoor Iraans gas eerst naar Oman en dan naar India wordt getransporteerd.
Aan de andere kant voert India een Look East Policy dat gericht is op Zuidoost-Azië. Het werkt samen met het regionale verbond ASEAN en heeft de laatste jaren veel projecten op maritiem gebied ontwikkeld met landen als Vietnam, Singapore en Indonesië.
Voor haar maritieme strategie investeert India in haar marine en in havens gericht op de Golf als Kandla en Kochi en op Zuidoost-Azië als Haldia en Chennai. Over de gehele as van oost naar west leidt India over land een spoorwegenproject dat van Bangladesh in het oosten (en later Myanmar) naar Istanboel in het westen moet lopen.
Deze projecten samen tonen een beeld van een groot samenwerkingsverband langs de kusten van de Indische Oceaan. India ontwikkelt een rechte horizontale as aan de zuidkant van Azië, waarmee het weerstand kan bieden tegen China’s opkomst.
India en Japan
Maar India heeft ook medestanders. Recent heeft het samen met Japan de Asia Africa Growth Corridor (AAGC) opgericht. Zij willen van Oost-Afrika tot aan Oost-Azië samenwerken. India en Japan groeien naar elkaar toe. Beide landen worden internationaal actiever en beiden zijn bezorgd over China’s groeiende invloed. India en Japan liggen aan de zuid- en oostrand van de Euraziatische vlakte. Economisch zijn ze complementair: de Japanse industrie en export versus Indiaas groeiende markt en behoefte aan infrastructuur. Beide landen zijn ook democratieën met een soft internationaal profiel.
Naast Japan groeit ook Amerika naar India toe. Veelzeggend is de vervanging van Asia-Pacific met Indo-Pacific in Amerikaanse nieuwsmedia. Dit impliceert een veranderende strategische blik. India en de Indische Oceaan worden nu een belangrijke rol toegekend in Oost-Azië. De Indische Oceaan doet er weer toe. En als het aan India ligt, moeten we de naam van dit water veranderen in Indiase Oceaan.
Deel van een reeks over de innovatieve krachten en ontwikkelingen in zeven belangrijke kustgebieden:
4: De wateren van Zuidoost-Azië