We moeten niet verwachten dat landen in het Midden-Oosten in een handomdraai moderniseren. Westerse landen deden er ook eeuwen over. We moeten geduld hebben.
De Arabische Lente is niet mislukt. De euforie over de strijd voor vrijheid heeft door aanhoudend geweld en radicalisme bij velen plaatsgemaakt voor teleurstelling. Dit is onterecht. We moeten geduldiger zijn. Bezien vanuit de juiste context is er wel degelijk reden voor optimisme. We moeten de gedachte loslaten dat de islamitische cultuur in essentie onvrij en gesloten is.
Wat is er dan overgebleven van de tweetende jeugd die streed voor vrijheid en democratie? In Libië hebben regionale milities na de verkiezingen nog steeds vrij spel, in Saoedi-Arabië en Bahrein zijn de protesten onderdrukt en in Syrië woedt nog altijd een hevige strijd. In Egypte is Mohamed Morsi van de Moslimbroederschap de eerste vrij verkozen president geworden. Hij is verwikkeld in een continue strijd met het leger, dat nog steeds veel invloed heeft op de politiek. Is dat vooruitgang?
We moeten beseffen dat de islamitische wereld voor een uitdaging staat. De snel groeiende bevolking in deze landen wordt van het platteland verdreven en komt terecht in de sloppenwijken van steden als Kaïro en Riad. Mensen breken met generaties oude levenswijzen en kunnen maar moeilijk werk vinden, terwijl zij in aanraking komen met voorheen onbekende producten en technologieën. Dit proces van modernisering leidt op de lange termijn tot groeiende welvaart, maar is tegelijkertijd desoriënterend.
Ook het Westen heeft hiermee te kampen gehad. We moeten niet vergeten hoe moeizaam dat verliep. De desoriëntatie die door de trek naar Europese steden ontstond, bracht mensen ertoe nieuwe geborgenheid te zoeken in nationalistische bewegingen, maar ook in ideologieën als het fascisme en het communisme. De weg naar open markten en vrije verkiezingen verliep langzaam en met veel geweld. Zuid-Europese landen als Griekenland, Spanje en Portugal waren militaire dictaturen tot in de jaren zeventig. In Griekenland zijn de democratische instituties nog steeds erg zwak. Hoe kunnen we dan verwachten dat Egypte in één jaar een volwassen democratie wordt?
Bovendien hebben andere islamitische landen in de laatste jaren al veel succes geboekt in het verenigen van hun eigen cultuur en tradities met de moderne wereld. Zie Turkije. President Erdogan combineert de verdediging van islamitische waarden met een streven naar verdere modernisering. PVV-leider Geert Wilders maakt zich druk over dit eerste punt, maar hij miskent het tweede volledig. Iedereen die de laatste jaren in Turkije is geweest, zeker in Istanbul, ziet dat hier een gematigde islam samengaat met een bloeiende economie en een meer open samenleving. De regering van Erdogan sprak zich uit tegen de onderdrukking in Arabische landen, maar zet zich ook in voor verdere marktliberalisering en heeft voor het eerst democratische controle bereikt over het leger. Denk ook aan landen als Maleisië en Indonesië. Zij hebben hun islamitische tradities weten te verenigen met de economische groei van Aziatische tijgers. In Indonesië is veel ophef ontstaan over het tijdschrift Playboy en een concert van Lady Gaga. Discussie over moraal is gezond zolang er vreedzame middelen worden gebruikt.
De meeste Arabische landen zijn er tot nu toe minder goed in geslaagd om te gaan met de moderniteit en hebben er anders op gereageerd. Door hoge inkomsten van olie en gas kunnen veel Golflanden vasthouden aan pre-moderne instituties als adel en koningshuis – Saoedi-Arabië is het enige land ter wereld dat vernoemd is naar de regerende familie. In Dubai kun je zien hoe de lokale bevolking afstand probeert te houden en zich afschermt van de moderniteit door over straat te gaan in traditionele klederdracht. Hoe moeilijk dit is, blijkt als je binnen in de shopping malls dezelfde mensen achter spelcomputers en op de skipiste ziet.
In diverse Arabische landen was er ook een ander type reactie, waarbij militaire dictators als Nasser en Gaddafi hebben geprobeerd om hun samenlevingen met harde hand te moderniseren, met weinig succes. Behalve deze reactie van ontkenning en het radicaal omarmen van moderniteit ontstond ook een derde type reactie, waarbij mensen de strijd met de moderniteit aangaan – een reactie waaruit Al-Qaeda is voortgekomen.
Met de Arabische Lente zien we de mogelijkheid opkomen van een symbiose tussen de eigen cultuur en tradities en de krachten van de moderniteit. Wij zouden eerder de progressieve jeugd kiezen, of de Nobelprijswinnaar Mohammed el-Baradei, maar zij zijn niet de keus van de Arabische bevolking. Alleen door partijen als de Moslimbroederschap in het politieke proces op te nemen, kunnen deze samenlevingen hun eigen omgang vinden met open markten en democratische politiek. In Tunesië lijkt de gematigd islamitische partij Ennahda hier al aardig in te slagen.
We moeten geduldiger zijn. Het was naïef om onmiddellijke verbetering te verwachten. De Arabische Lente is niet een falen, maar een begin.