De Oost-Chinese Zee is het havengebied van het industriële hart van Azië. Lang was het Japan dat hier domineerde maar de laatste decennia hebben Zuid-Korea en vooral China deze rol overgenomen. Vanaf het zuiden ontstond een keten aan technologische hubs die klaar is voor mondiale dominantie.
De Oost-Chinese Zee is de Noordzee van Azië. Beide zeeën vormen de overgang tussen het continent en de oceaan. Beide zeeën hebben een paar smalle doorgangen, maar waaieren uit in de breedte en kunnen daardoor niet gemakkelijk afgesloten worden. Ten derde worden beide zeeën gedomineerd door een ‘groot eiland’: aan de westkant van de immense Euraziatische vlakte is dat Groot-Brittannië, aan de oostkant is dat Japan. Maar er is ook een belangrijk verschil: aan het begin van de moderne tijd kwam de innovatie uit de Noordzee-regio, nu liggen de innovatieve economieën aan de Oost-Chinese Zee.
De analogie tussen Groot-Brittannië en Japan gaat overigens nog verder. Beide landen waren in hun regio vroege pioniers: Engeland lanceerde de industriële revolutie in Europa en Japan was het eerste Aziatische land dat industrialiseerde. Dat zij die rol vervullen is verbonden aan hun geografische ligging. Als eilanden zijn zij eraan gewend dat nieuwe ideeën komen overwaaien van het vasteland. Japan maakte eeuwenlang gebruik van Chinese ideeën. Toen de Europeanen in de negentiende eeuw met hun moderne technologie binnenvielen, was het relatief gemakkelijk voor de Japanners om die innovaties over te nemen. Voor de Chinezen, die zichzelf als het centrum van de wereld zagen, was dat veel lastiger.
Een andere eigenschap die Engeland en Japan delen is ook verbonden aan hun isolement als eiland: een diep geloof in de eigen exceptionaliteit. Het begrip ‘continental’ staat in Engeland gelijk aan ‘achtergesteld’. Engelsen zagen en zien zichzelf als uitverkorenen om de wereld te leiden. Theresa May’s Global Britain grijpt terug op dit sentiment – hoe misplaatst of noodgedwongen dit ook is.
Het Japanse imperialisme in de eerste helft van de 20e eeuw was een brute vorm van exceptionalisme: zij waren uitverkozen om Azië te leiden en traden hard op in China en Korea. Een minder gewelddadige vorm van dit exceptionalisme leeft nu nog steeds voort. Bijvoorbeeld in de ‘wetenschappelijke discipline’ nihonjinron, oftewel ‘de studie van de uniciteit van het Japanse volk’. Een ander voorbeeld is wat Japanners het ‘Galapagos-syndroom’ noemen: het fenomeen dat een product zich in Japan heel anders ontwikkelt dan elders. De term komt van de eilandengroep waar Darwin dieren aantrof die zich door hun isolement anders hadden geëvolueerd.
Leiderschap kwijt
Lange tijd was Japan de absolute technologische leider van Azië, en in de jaren tachtig vreesden de Amerikanen zelfs door hen voorbijgestreefd te worden. Maar door het barsten van een immense financiële bubbel in 1990, de vergrijzing van de samenleving en het late inspelen op de nieuwe digitale technologie, raakte Japan die positie kwijt. Met de grootste staatsschuld als percentage van bbp in de wereld wordt de Japanse economie overeind gehouden door een competitief exportapparaat. Hierin ligt ook de hoop voor de economische toekomst: export naar de groeimarkten van Azië.
Een ander onderdeel van Japans toekomststrategie is een maritiem verbond. Het versterkt momenteel de banden met Amerika, Groot-Brittannië, de Filipijnen en vooral met India om een alternatief te creëren voor de opkomende Chinese handelsmacht. Ook zoekt het hiervoor toenadering tot Taiwan, dat onder de huidige regering van president Tsai Ing-wen meer afstand neemt van Peking en naar Japan toe trekt.
Korea begon al vanaf de jaren zestig in de industriële voetsporen van Japan te treden. Terwijl het noorden zich afsloot van de wereld, volgde het zuiden een mondiale maritieme strategie. ‘Staatsvorming door export’, werd dit genoemd door Park Chung-hee, de architect van het Koreaanse economische wonder. Inmiddels heeft het kleine land multinationals als Samsung, LG, POSCO, Hyundai en KIA voortgebracht.
De helft van de tien grootste scheepsbouwers in de wereld is Koreaans, ook al kreeg de sector vorig jaar te maken met faillissementen. De haven van Busan en het vliegveld van Incheon behoren tot de beste infrastructurele locaties in de wereld. In New Songdo wordt een stad van de toekomst gebouwd, vol met slimme oplossingen voor mobiliteit, communicatie en afval.
Het Chinese keizerrijk was historisch altijd sterk georiënteerd op de landzijde: met name de dreiging vanuit de Euraziatische vlakte van nomadische stammen. De Chinese Muur is een uiting van deze angst. Deze landoorlogen leidden tot grote legers, centralisatie en bureaucratie.
Toch heeft China wel degelijk een maritieme traditie. Eeuwen geleden al bezochten Arabische en Indiase handelaren de haven van Guangzhou. Eeuwenlang trokken vanuit het zuiden Chinezen de zee over. Daardoor zijn het er nu overal welvarende Chinese minderheden in Zuidoost-Azië en zijn er over de hele wereld Chinatowns te vinden.
Tijdens de Ming-dynastie bloeide de Chinese zeevaart op. De befaamde eunuch Zheng He voerde tussen 1404 en 1422 met immense schepen naar Sumatra, Sri Lanka en de kust van Oost-Afrika. Een imperiaal verbod op schepen met meer dan twee masten eindigde in 1500 echter op slag China’s maritieme expansie. Terwijl die van Europa toen net begon.
River Elegy
Onder druk van het Westen keerde China verder naar binnen. In de twintigste eeuw bouwden de communisten economische en politieke muren tegen buitenlandse indringers. Maar na de dood van Mao begon China weer over het water te kijken. Die mentaliteitsverandering – en de verbinding met het element water – is mooi uitgebeeld in een controversiële documentaire die in 1988 op de Chinese televisie te zien was: Heshang, oftewel de River Elegy. Deze serie leidde tot een fel debat, omdat het een harde aanklacht tegen de Chinese cultuur bevatte.
De rivier uit de titel is de Gele Rivier, die diep verbonden is met de Chinese beschaving. De gele kleur komt door modder, en staat voor de makers symbool voor de vervuiling van het blauwe water en de maritieme geest die hierbij hoort. Volgens de documentaire werd China door zijn focus op het land conservatief, isolationistisch, zwak en weinig dynamisch. Het symbool hiervan is de Grote Muur. Het laatste beeld van de River Elegy is de Gele Rivier die uitstroomt in de blauwe Oost-Chinese Zee. China wordt opgeroepen om landen als Amerika en Japan te volgen en de oceanen op te gaan. Sindsdien vergrootte iedere Chinese leider China’s maritieme oriëntatie.
Deng Xiaoping, die China opende naar de wereld, vond zijn inspiratie bij een groep overzeese Chinezen: de Singaporezen. Daar zou hij de toekomst van China gezien hebben. Hij begon in Zuid-China. Eerst werd geëxperimenteerd in Shenzhen als goedkope productieplaats naast Hong Kong, en daarna in de gehele delta van de Parelrivier.
Onder zijn opvolger Jiang Zemin verschoof de aandacht noordelijker naar Shanghai, dat aan de monding van de Jiangtsekiang ligt. Tegenover de historische Bund veranderde het Pudong-district in een paar decennia van een moerassig gebied in een wereldberoemde skyline.
De volgende Chinese leider, Hu Jintao, keek nog verder naar het noorden: naar Beijing aan de beroemde Gele Rivier. De huidige leider, Xi Jinping, heeft ook grootse ambities voor het water. De Maritieme Zijderoute is onderdeel van zijn Belt and Road Initiative (‘BRI’), waarmee China wereldwijde nieuwe handelsroutes ontwikkelt.
Sinds River Elegy is er heel wat veranderd. Waar die documentaire nog een voorbeeld nam aan het westen, bouwt de BRI op China’s eigen maritieme geschiedenis: op de reizen van eunuch Zheng He bijvoorbeeld.
In tegenstelling tot de jaren tachtig is China nu minder wantrouwig naar de eigen tradities. Het kijkt vol zelfvertrouwen naar de toekomst.
Overal langs de kusten van de Oost-Chinese Zee zijn nu innovatieve hubs verrezen in relatief onbekende miljoenensteden als Guangzhou, Tianjin en Suzhou. Shenzhen is uitgegroeid van goedkope productieplaats tot het Chinese Silicon Valley van de hardware. Vorig jaar kondigde Xi Jinping de nieuwe stad Xiongan aan, 100 kilometer ten zuidwesten van Beijing, die de overvolle hoofdstad moet verlichten. Maar China’s meest innovatieve broedplaatsen van de toekomst liggen langs de kusten van de Oost-Chinese Zee.
Deel van een reeks over de innovatieve krachten en ontwikkelingen in zeven belangrijke kustgebieden:
4: De wateren van Zuidoost-Azië