Dagenlang was de aandacht gericht op de machtsstrijd en nieuwe verhoudingen op het Europese continent. Minder opvallend zijn eveneens belangrijke verschuivingen in Azië. Recent vond een aantal grootse ontwikkelingen plaats, allemaal rond Iran, waar veel te weinig oog voor was. Samen schetsen ze scenario’s voor de toekomstige machtsbalans in Azië.
Ten eerste: mysterieuze ontploffingen. Sinds juni meldt Iran vreemde voorvallen bij militaire bases, nucleaire faciliteiten, havens en medische centra. Afgelopen week kwam een mogelijke verklaring aan het licht: president Trump heeft eerder de CIA vrij spel gegeven om cyberaanvallen uit te voeren op landen als Iran. Het is goed mogelijk dat dit de oorzaak is van de ontploffingen, al wordt ook naar Israël gewezen. Hoe het ook zij, het past binnen Trumps ‘maximale druk’ op Iran.
De tweede ontwikkeling is een immense deal tussen Iran en China. In juni besloten deze twee landen om voor vijfentwintig jaar op allerlei gebieden te gaan samenwerken. De rode draad is dat China kapitaal levert in ruil voor energie tegen gereduceerd tarief. De deal lijkt veel op die van China met Rusland in 2014 toen dat land maximale druk ondervond.
Wat mij aan die deal vooral opviel: de Chinese deelname in de Iraanse haven Chabahar. Die werd tot voor kort ontwikkeld door India. Een Indiaas-Iraans partnerschap moest concurreren met de nabijgelegen Chinees-Pakistaanse haven Gwadar. Door Amerikaanse sancties bleven Indiase investeringen echter uit en dat dreef Teheran naar China.
Dit is het Azië-scenario dat Amerikaanse strategen voorstaan: Chinese invloed in de regio die landen als India naar de VS toedrijft. Het werkt: deze week oefende de Indiase marine in de Indische Oceaan met de Amerikanen, gericht tegen Chinese invloed op het water. De VS voorzien mondiale competitie met China en verwachten dat veel sterke landen als India zullen kiezen voor het Amerikaanse kamp.
Toch is hier niet alles mee gezegd. China weet namelijk ook dat het landen tegen zich opzet als het zelf te dominant wordt, en speelt daarop in. De laatste jaren richt China zich op samenwerkingsstructuren waarin het weliswaar de sterkste is, maar niet dominant. Op die manier hoopt het andere machten gerust te stellen.
Die dynamiek is het best te illustreren aan de hand van de evolutie van de Shanghai Cooperation Organisation of SCO. Dat is een veiligheidsverbond tussen China, Rusland en verschillende Centraal-Aziatische landen. China wil al jaren meer economische integratie in dit verbond. Rusland was daar lang terughoudend in, uit angst een satelliet te worden van China. Uiteindelijk is Rusland akkoord gegaan met economische verdieping, op twee voorwaarden. De positie van energieproducerende landen in het verbond moest versterkt worden – daar werd Iran voor uitgenodigd. En het verbond moest verbreed worden: India en Pakistan werden in 2017 lid. Hier tekent zich een belangrijke dynamiek.
Binnen de SCO is China verreweg het sterkste land. Rusland en India zijn beide zwakker, maar gezamenlijk kunnen zij voldoende tegenwicht bieden om te zorgen dat China het verbond niet domineert. China is akkoord met deze verwatering van de eigen macht in de SCO. Het heeft liever tegenwerking van India binnen een Aziatische machtsbalans dan dat India onderdeel is van een Amerikaans anti-China verbond.
Waar de VS dus inzetten op een machtsstrijd met China waarbij ze bondgenoten mobiliseren, richt China zich op een Aziatische machtsbalans die de VS buitensluit. Welke kant het ook op gaat – de EU is geen beslissende speler.
Of is een derde scenario mogelijk, als wij ons weer wat meer naar buiten richten?