NRC: Na de natiestaat komt nu de onbegrensde civilisatiestaat

Een van de meest onderbelichte scheidslijnen van de covidcrisis is regionaal. Dat hangt ermee samen dat regionalisering geen sterk verhaal heeft. Van China tot Rusland en zelfs Europa groeit echter belangstelling voor zo’n verhaal: dat van de civilisatiestaat. Het is een interessant, maar ook gevaarlijk idee, waar we aandacht aan zouden moeten besteden
https://www.nrc.nl/nieuws/2020/08/14/na-de-natiestaat-komt-nu-de-onbegrensde-civilisatiestaat-a4008825

 

Er wordt veel geschreven over de invloed van de coronacrisis op de geopolitieke verhoudingen. Verschillende mondiale scheidslijnen passeren de revue, zoals de nieuwe Koude Oorlog tussen de VS en China. Een andere scheidslijn is die tussen internationale samenwerking in instellingen als de Wereldgezondheidsorganisatie en de EU enerzijds, en ‘eigen land eerst’-benaderingen anderzijds – oftewel Trumps onderscheid tussen ‘globalisten’ en ‘patriotten’. Denk vervolgens aan het verschil in de crisisaanpak van democratische en autoritaire staten. Of tussen de machismo-onderschatting van het virus door Trump, Johnson, Loekasjenko en Bolsonaro en het kordate optreden van vrouwelijke leiders als Merkel en Ardern.

Er is echter een andere scheidslijn die nog maar weinig is belicht. Dat is de scheidslijn langs regio’s. Een regionale blik brengt interessante patronen aan het licht.

Oost-Azië wordt namelijk zowel in een autoritair China als in democratisch Japan en Zuid-Korea gekenmerkt door capabel overheidsingrijpen en een over het algemeen gehoorzame bevolking. Of neem Latijns-Amerika. In verschillende landen daar zijn overheden juist minder capabel gebleken en zijn er allerlei bestaande sociale spanningen, wat indamming van het virus moeilijk heeft gemaakt. Ook zien we een patroon in de voormalige Sovjetsfeer. Het institutionele wantrouwen in die landen leidde eerst tot ontkenning van het probleem en daarna tot crisismaatregelen die tegelijkertijd de surveillance van de bevolking vergrootte.

Op het Europese continent bestaan grote verschillen. Toch zou het best kunnen dat deze crisis ook hier een regionale aanpak in de hand werkt. Stappen zijn al gezet op het gebied van de inkoop van vaccins en de financiering van de crisisaanpak.

Zou de coronacrisis, met andere woorden, een trend naar regionalisering kunnen versnellen?

Het idee

Een reden dat deze scheidslijn minder aandacht krijgt, is dat het geen sterke theorie of verhaal lijkt te hebben zoals de scheidslijn tussen democratieën en dictaturen of tussen nationalisten en internationalisten. Zo’n verhaal is echter wel in de maak. Dat is een vrij onbekend verhaal dat in de Chinese politieke filosofie is uitgewerkt en inmiddels de wereld over gaat. Wij horen daar in het Westen weinig over. Maar het zou wel eens een belangrijk concept in de wereldorde kunnen gaan worden. Het idee is interessant, maar ook gevaarlijk, en dus kunnen we ons er maar beter in verdiepen. Dit is het idee van de civilisatiestaat.

In de twintigste eeuw noemde de Amerikaanse politieke wetenschapper Lucian Pye China „een beschaving die doet alsof het een natiestaat is”. Chinese denkers zijn het hiermee eens en zien hierin iets dat hun land uniek maakt. De oude Chinese beschaving hoort namelijk in hetzelfde rijtje thuis als de oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen. Er is echter een groot verschil: die andere beschavingen zijn verdwenen. Egyptenaren van nu lezen geen hiërogliefen meer en Italianen geloven niet in Jupiter. Zij kijken met afstand naar de ruïnes van een oude wereld. Dat is anders in China.

De taal, cultuur en moraal van Confucius en de Taoïsten zijn begrijpelijk en zelfs vertrouwd voor hedendaagse Chinezen. Volgens de Chinese denker Zhang Weiwei is China het enige land ter wereld waarvan de grenzen overeenkomen met een oude beschaving en die tot op heden doorleeft. En dat heeft belangrijke consequenties. Het betekent volgens Weiwei dat China een eigen politieke ontwikkeling volgt en dat westerse modellen van democratie en liberalisme er niet op van toepassing zijn.

Dit idee van de civilisatiestaat heeft ook consequenties voor China’s rol op het wereldtoneel. Het zou betekenen dat China niet een alternatieve ideologie exporteert, een soort China-model waar veel over gespeculeerd wordt, maar dat het zich juist afzet tegen universele ideologieën. In plaats daarvan ziet het zichzelf als het centrum van een beschaving en heeft het land primair affiniteit met cultureel vergelijkbare landen als Korea, Taiwan en Singapore.

Flirten met de civilisatiestaat

Het idee van de civilisatiestaat geeft dus inzicht in het verhaal dat China mondiaal uitdraagt en de regio waar het dominant wil zijn; denk aan de claims op de Zuid-Chinese Zee. Maar inmiddels is het idee groter geworden en is het niet meer uniek voor China. Meerdere regimes flirten inmiddels met dit idee.

Sinds 2012 komen varianten van de civilisatiestaat al voor in speeches van Vladimir Poetin. Er wordt weleens beweerd dat hij heimwee zou hebben naar de Sovjet-Unie, maar dat is een vergissing: niet de communistische ideologie, maar de cultuur en beschaving van het Russische Rijk wil hij in ere herstellen. Die omvat traditionele familiewaarden, maar ook het orthodoxe geloof. De spanningen tussen Oekraïne en Rusland gingen dan ook gepaard met een breuk in die kerk. Meer nog dan in China dient dit idee om invloed buiten de grenzen te projecteren: Rusland is de staat die leidend is in een ‘Euraziatische civilisatie’ die landen als Oekraïne en Wit-Rusland omvat. Sterker nog, er lopen onderhandelingen om dat laatste land in Rusland op te nemen. Zou dit de uitkomst van de protesten in Wit-Rusland kunnen zijn?

Ook in India wordt de civilisatiestaat toegeëigend. De regerende BJP omarmt de term om het land als een Hindoebeschaving af te schilderen. Publiek debat in kranten toont echter ook een andere duiding van die beschaving; als een die juist door de co-existentie van meerdere religies wordt gekenmerkt.

Wie goed kijkt, kan dit politieke idee ook dichter bij huis vinden. De Europese Unie is natuurlijk ook een entiteit boven klassieke natiestaten. Die wordt vaak in universalistische en ideologische termen begrepen. Als een visie van een gemeenschappelijke markt waar steeds meer landen aan kunnen deelnemen. Interessant genoeg lijkt de recente discussie over de grenzen van de EU het meer als een culturele en begrensde entiteit te definiëren. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen spreekt van een ‘geopolitieke commissie’ die los van de Verenigde Staten meer voor zichzelf zou moeten opkomen.

Vijf sterke regio’s

De Commissie heeft sinds kort een commissaris voor ‘de bescherming van de Europese manier van leven’. Die manier van leven lijkt Von der Leyen met seculiere waarden als vrijheid en democratie in te vullen. Europese populistische bewegingen herdefiniëren Europa ook als een beschaving, maar dan met een andere invulling. Er is veel ophef over het pleidooi van de Hongaarse leider Victor Orban voor ‘illiberale democratie’. Dat klinkt als een alternatieve ideologie. Minder bekend is dat hij dit ook ‘christelijke democratie’ noemt. Geen ideologie dus, maar iets cultureels. Hij ziet zichzelf als de verdediger van de Europese christelijke beschaving.

Welke civilisatiestaten kunnen we dan identificeren? Vijf lijken redelijk goed te onderscheiden: China, Rusland, India, de VS en de EU. In andere regio’s is het moeilijker om een dominante staat aan te wijzen. Ook al is Brazilië de gigant van Latijns-Amerika, het Portugese land verschilt te veel van de Spaanstalige buren. Iets vergelijkbaars geldt voor Indonesië in Zuidoost-Azië. In de regio van het Midden-Oosten en in Afrika zijn er verschillende kandidaten, maar geen van hen heeft op dit moment het vermogen om de hele regio te leiden. Machtsstrijd zal die gebieden blijven kenmerken. Twee grote eilandstaten lijken in een wereld van civilisatiestaten buiten de boot te vallen. Het Verenigd Koninkrijk vanwege de Brexit. May en Johnson zochten wel aansluiting bij het oude British Empire, maar de lauwe ontvangst in India en de VS toont daar de grenzen van. Iets vergelijkbaars geldt ook voor Japan: in de twintigste eeuw probeerde het met harde hand een Oost-Aziatisch blok op te richten, waardoor het nu van buurlanden is vervreemd.

Wat betekent dit nieuwe idee nu voor de internationale orde? In een wereld van civilisatiestaten zal samenwerking steeds minder plaatsvinden in mondiale multilaterale instituties als de Verenigde Naties en het Internationaal Monetair Fonds. Het momentum zal verschuiven naar regionale verbanden. Denk aan instituties als de Belt and Road Initiative (BRI), de Euraziatische Economische Unie (EEU), de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN) en natuurlijk de EU. Dat vraagt van ons in Nederland om ons meer op die fora te oriënteren.

Niet alleen samenwerking, maar ook conflict kunnen we door de lens van civilisatiestaten begrijpen. De groeiende spanning tussen Turkije en de NAVO en EU hangt samen met deze beweging richting regionalisering. Breuklijnen ontstaan op plekken waar de grenzen van verschillende civilisaties overlappen zoals Oekraïne, de Balkan en de Himalaya.

De civilisatiestaat brengt ook een andere scheidslijn met zich mee. De natiestaat is gekoppeld aan territoriale grenzen waarbinnen staatsburgers leven. Een civilisatie kan echter ook daarbuiten bestaan in de vorm van een diaspora die in andere landen leeft. Civilisatiestaten leggen ook een claim op die mensen. Kijk naar hoe China omgaat met overzeese Chinezen, Rusland met de diaspora in Oost-Europa en Turkije met die in West-Europa. Technologie en media maken dit mede mogelijk. Televisiezenders als CCTV, Russia Today en Al Jazeeraverenigen de dragers van verschillende regio’s.

Kansen en risico’s

Wat moeten we nu vinden van de civilisatiestaat? Het idee heeft positieve kanten. Het kan uiting geven aan meer mondiale diversiteit en gelijkwaardigheid. Aziatische samenlevingen lijken het te omarmen, omdat ze niet langer westerse standaarden willen volgen.

Ook is het mogelijk dat de civilisatiestaat meer ruimte biedt aan interne diversiteit dan de klassieke natiestaat. Daartegenover zien we ook juist een poging om de civilisatiestaat nauw en exclusief te definiëren, zoals een christelijk Europa, een Han-China of een hindoeïstisch India. Er wordt dus nog volop strijd gevoerd over de invulling van de civilisatiestaat. Ook tussen regio’s verschilt de invulling van dit politieke concept: volgens Zhang Weiwei is China immers de enige echte civilisatiestaat vanwege de politieke continuïteit door de eeuwen heen.

Het idee van beschaving heeft altijd iets exclusiefs gehad, omdat het een contrast met barbarij impliceert. Om maar te zwijgen over de gewelddadige invulling van Samuel Huntingtons beruchte ‘botsing der beschavingen’.

Er kleven ook andere gevaren aan. Neem de genoemde beïnvloeding van de diaspora. De civilisatiestaat is net als de natiestaat een imaginaire gemeenschap, een verzonnen entiteit, en ook achter dit idee gaan vaak allerlei machtsclaims schuil.

De civilisatiestaat is dus ook een gevaarlijk idee. Maar het schiet overal ter wereld wortel dus we doen er verstandig aan om het serieus te nemen.

 

Share