Interviews

Nu hebben we nog de macht om zelf over onze toekomst te beschikken. Straks is het te laat, waarschuwt Harvard-professor en sociaal psycholoog Shoshana Zuboff. Dan ontwikkelt het surveillancekapitalisme zich door de verdere uitbuiting en beheersing van ons gedrag tot een ongekende macht. Op het Brainwash Weekend: Tomorrow’s Economy sprak filosoof Haroon Sheikh met Shoshana Zuboff over dit nieuwe tijdperk van het surveillancekapitalisme. Dit artikel licht een deel van dat gesprek uit.

U schreef de internationale bestseller The Age of Surveillance Capitalism. Wat is surveillancekapitalisme? Wat voor soort technologie is het dat wordt voorgebracht door de techbedrijven?

 

‘Het kapitalisme heeft zich door de eeuwen heen ontwikkeld door dingen van buiten de markteconomie er binnen te brengen. Zo heeft het industriële kapitalisme de natuur tot onderdeel van de markt gemaakt, door van natuur eerst grond en daarna vastgoed te maken. Dingen die kunnen worden gekocht en verkocht.’

‘In de 21e eeuw dachten economen dat het kapitalisme zich niet verder uit zou kunnen breiden, omdat alles wat tot koopwaar kon worden gemaakt inmiddels al was ingelijfd. Tot de komst van Silicon Valley en de internetbedrijven. Met de internetzeepbel in 2000 was het gevoel van nood en crisis hoog, en waren briljante mensen met start-ups wanhopig op zoek naar manieren om met hun kleine bedrijfjes in de kapitalistische markt mee te komen. Ze hadden koopwaar nodig om winst te kunnen maken. Google ontdekte dat persoonlijke informatie de nieuwe koopwaar kon worden. Onze persoonlijke informatie werd van onze privélevens naar een nieuwe markt gesleept, waar het geproduceerd, verkocht en gekocht kon worden.’

‘Zo ontstond surveillancekapitalisme. Het bevat elementen van traditioneel kapitalisme: privé-eigendom, en de nood aan economische groei, winst en markthandel. De twist is dat deze elementen niet kunnen werken zonder de sociale relaties en technologieën van surveillance. Verborgen methodes van dataverzameling besluipen onze privé-ervaringen, die een bron van ruw materiaal vormen om te vertalen in gedragsdata. Wat er buitengewoon is aan deze snelle en geheime operatie, is dat de gedragsdata die aan onze privélevens wordt onttrokken, onmiddellijk als privé-eigendom en bedrijfsbezitting wordt geclaimd. Het is ontstellend, omdat het zo goed voor ons verborgen wordt gehouden.’

Welk probleem stelt u aan de kaak?

‘De kern van mijn werk is het betwisten van de eigendomsclaims die deze bedrijven maken. Persoonlijke informatie is de gestolen schat, surveillance is de vluchtauto, en het volledige economische bouwwerk dat over de hele sector wordt verspreid, berust op een wezenlijk illegitiem fundament.’

Is dat inherent aan het digitale systeem?

‘Nee. Te vaak richten we onze aandacht op de poppetjes, terwijl we naar de poppenspeler moeten kijken. Surveillancekapitalisme is geen technologie. Data is niet onze vijand, het is onze vriend, maar het moet ons dienen en niet andersom. Het probleem is een economische logica die fundamenteel anti-democratisch is, en het digitale en de data die het produceert gehackt heeft om zijn eigen doelen te bereiken. Surveillancekapitalisme is de afgelopen twee decennia opgebloeid, en misleid ons met het mantra dat dit nu eenmaal is hoe data, zoekmachines en sociale media werken. Get over it, wordt ons gezegd, en zo worden we geïntimideerd en het zwijgen opgelegd.’

‘We verwachtten dat dit de gouden eeuw van de democratisering van kennis zou worden, maar door het economische gebod van data-extractie creëren techbedrijven sociale ongelijkheid. Er is sprake van een grote concentratie van kennis over mensen in het domein van surveillancekapitalisme. Er is een groeiende kloof tussen wat ik kan weten, en wat er over mij te weten kan worden gekomen. Hoe meer kennis er over mij is, hoe meer er met mij kan worden gedaan door middel van die kennis. We hebben te maken met een shift naar een informatie-samenleving, waarin de sociale orde gedomineerd wordt door de concentratie van kennis en macht van een handjevol bedrijven, en de immense rijkdom die zij hebben weten te vergaren.’

Wat is daarvan het gevaar? Wat voor soort toekomst gaan we tegemoet als we dit niet bestrijden?

‘Kapitalisme in de digitale eeuw had zich op vele manieren kunnen ontwikkelen. Het had de zaak van de democratie verder kunnen brengen, maar in plaats daarvan zien we juist het tegenovergestelde. Waarom is dat het geval? De democratie heeft nog niet ingegrepen om ons en onze samenlevingen te dienen, door dit te bestrijden en onwettig te maken, en door een visie van een democratische digitale eeuw te ontwikkelen. We moeten ons afvragen of we willen toestaan dat de dominantie over kennis nog langer voortduurt en mag blijven groeien. De instrumentele macht verkrijgt kennis door deze data over ons, en leert hoe het ons gedrag verder kan beïnvloeden. Het verruilt democratisch debat voor zekerheid en het doel is altijd om zekerheid zo veel mogelijk te benaderen.’

“De sociale orde wordt gedomineerd door de concentratie van kennis en macht van een handjevol bedrijven, en de immense rijkdom die zij hebben weten te vergaren.'”

 

‘Je hoort vaak: ‘If you’re not paying for it, you’re the product.’ Maar in feite is het nog erger: You’re the abandoned carcass. Wij zijn het kaalgeroofde karkas, het vlees en bloed dat achterblijft – onze echte levens – nadat de slagtanden buit zijn gemaakt om als schat te kunnen verkopen. De sporen die wij onbewust achterlaten, oftewel de gedragssignalen die wij buiten ons bewustzijn om afgeven, worden tot data gemaakt. Van daaruit worden gedragsvoorspellingen gedaan over wat wij in de toekomst zullen doen. Deze bedrijven zijn niet geïnteresseerd in onze levens en onze problemen, maar alleen in het voorspellen van ons gedrag, zodat zij dat aan hun klanten kunnen verkopen. Dat is de reden dat alle data die ze verzamelen niet gebruikt worden om onze levens te verbeteren, om onze problemen op te lossen, maar om voorspellingsproducten te maken. Dat betekent dat ze zekerheid verkopen. De economische prikkel is om menselijk gedrag zekerder en beter voorspelbaar te maken. Het is dus commercieel lucratief om menselijk gedrag te manipuleren en aan te passen, en de technologie is een gereedschap van macht en controle.’

Welke maatschappelijke gevolgen heeft dit?

‘We begrijpen steeds beter hoe deze machine ingezet wordt om complete bevolkingsgroepen te manipuleren. Bij targeting hebben we te maken met de werking van de machine van de instrumentele macht, en worden subliminale boodschappen, psychologisch micro-targeting en gamification ingezet. Deze targeting op persoonlijk niveau transformeerde later tot politieke manipulatie.’

‘Het Cambridge Analytica schandaal onthulde dit. Daarin werd duidelijk dat de Trump-campagne in 2016 Facebook gebruikte om grote hoeveelheden persoonlijke informatie te verzamelen van 200 miljoen kiesgerechtigde Amerikanen. Ze waren in staat een groep te identificeren die het minst waarschijnlijk voor Trump zou stemmen, met name zwarte Amerikanen. Zij kregen negatieve beelden en disinformatie over Clinton te zien, en de suggestie dat niet stemmen de manier was om protest aan te tekenen. Onderzoek van PEW liet zien dat de zwarte kiezersopkomst het laagst was in twintig jaar, met een afname van zeven procentpunt.’

‘Hier zien we dat Amerikaanse burgers overtuigd werden om afstand te doen van hun meest heilige democratische recht. Dat deden ze zonder dat er iemand met dreigementen aan de deur kwam, maar door digitale instrumenten. Dat is de macht van de instrumentalisme: zo krijgen ze ons zover om dingen te doen, zonder dat we ooit weten dat deze macht op ons inwerkt. Dat heeft fundamentele consequenties voor het soort samenleving dat we willen.’

Hoe moeten we dit probleem aanpakken?

‘Alle wegen leiden naar de wet. Praatjes van techbedrijven over zogenaamde ‘ethische’ kunstmatige intelligente of meer respect voor de samenleving zijn niets meer dan retoriek, die het leven van dit zelfregulerende paradigma voortzetten. De tijd van zelfregulering is voorbij.’

‘Wij staan nu aan het begin van de informatiesamenleving. Vergelijk het met het begin van de industriële samenleving, toen werknemers en consumenten nog geen rechten hadden, en er geen wetten waren die mensen beschermden tegen de grote concentratie van de macht in monopolies, kartels en trusts. Aan het begin van de industriële samenleving viel alles in handen van werkgevers door de sterke positie van eigendomsrechten. Zij beslisten wanneer en onder welke voorwaarden en hoeveel uur mensen moesten werken, en of giftige materialen gebruikt werden voor de productie van voedsel en geneesmiddelen. In de VS werden rechten van werknemers en consumenten pas in de jaren 40 vastgelegd in de wet. We zetten wettelijke kaders op, en instituties die daar toezicht op hielden. Op die manier werden industrieel kapitalisme en democratie compatibel gemaakt voor de rest van de 20e eeuw. Dat lukte alleen dankzij de wet.’

‘Dat is precies wat we nu nodig hebben. We hebben het nu over epistemische rechten – dat wil zeggen alles wat met kennis te maken heeft – die geclaimd worden als bedrijfseigendom. We moeten ze terugveroveren voor ons en onze samenlevingen. Wij moeten degenen zijn die bepalen welke data gedeeld wordt en met welk doel, en wat privé moet blijven. Privacy is een gevolg, geen oorzaak. Het kan alleen bestaan als we het recht om te weten in de wet vastleggen, en daarna het wettelijke kader scheppen dat daar toezicht op houdt. In het huis van de democratie moeten rechten en wetten wonen.’

Brainwash: Gesprek met Shoshana Zuboff over het Surveillance Kapitalisme Meer lezen »

idee oktober 2020

Coronacrisis 44

interview Haroon Sheikh

Haroon Sheikh is senior wetenschapper bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en columnist van NRC Handelsblad.

hoe de coronacrisis de morele hegemonie van de liberale democratie ondermijnt, hoe deze crisis de veranderende rol van internationale organisa- ties blootlegt en hoe Nederland zich slimmer kan bewegen in de post-coronawereld.

Interview door Gosse Vuijk

 

‘De coronapandemie heeft de zwakte van liberale democratie blootgelegd’

In de uitnodiging voor dit interview gingen we er blind vanuit dat de coronacrisis geopolitieke gevolgen zal hebben. Maar is dat ook zo? Welke factoren bepalen of en hoe zo’n crisis de geopolitieke situatie verandert? ‘Er zijn een aantal factoren die bepalen of een crisis geopo- litieke gevolgen heeft, al is het onmogelijk om een generiek model te geven. Een factor die een rol speelt, is de duur van de crisis. Een lange crisis heeft meestal meer geopolitieke impact dan een korte crisis. Een olielek kan bijvoorbeeld een internationale crisis zijn, maar is meestal van korte duur en heeft daarom meestal beperkte geopolitieke gevolgen. Dat komt ook doordat het een relatief lokale crisis is. De coronacrisis is het andere uiterste, want dit is een langlopende crisis die de hele wereld raakt. Een andere factor is of de crisis alle landen ongeveer op dezelfde

Haroon Sheikh is een geopolitiek strateeg die buiten de gebaande paden treedt. Dat blijkt wel uit zijn boek Hydropolitiek (2019), een gewaagde ‘De coronapandemie analyse van politieke macht en conflict op zee en de betekenis ervan voor internationale verhou

heeft de zwakte van

dingen. Ook over de coronacrisis denkt hij oncon- ventioneel en durft hij het al aan om voorspellin-

liberale democratie

gen te doen over de impact die de crisis zal hebben op de geopolitieke situatie. Idee sprak Sheikh over

blootgelegd’

page1image453210304

Haroon Sheikh · ‘De coronapandemie heeft de zwakte van liberale democratie blootgelegd’ 45

 

Haroon Sheikh · ‘De coronapandemie heeft de zwakte van liberale democratie blootgelegd’

Dit schetst een beeld van geopolitiek als machtsstrijd gedreven door nationaal egoïsme. De pandemie lijkt toch ook duidelijk te maken dat we met z’n allen in hetzelfde schuitje zitten. We zagen, bijvoorbeeld in Eu- ropa, ook internationale solidariteit. Gaat die solidariteit standhouden of blijft nationaal egoïsme overheersen? ‘Het nationale perspectief zal pre- valeren. Er is inderdaad solidariteit, maar die zat vooral in de bestrijding van de gezondheidscrisis. Over een jaar gaat het veel meer over de econo- mie. En als het over de economie gaat, prevaleert het nationale belang. In Europa zag je al een soort Eurocrisis-sfeer ontstaan waarin de lidstaten vanuit nationaal belang tegenover elkaar stonden en dat zal over een jaar nog sterker het geval zijn. Daarnaast zag je dat de crisis vooral gebruikt werd om bestaande agenda’s uit te voeren. Door hun gezamenlijke roep om een Europese reactie op de crisis, voerden Frankrijk en Duitsland hun agenda voor verdere integratie van Europa door. Daarin zie je wel ook meteen dat ook solidariteit een rol zal blijven spelen, want in de Euro- pese Unie is door deze crisis structurele solidariteit tot stand gekomen. Alleen, net als bij de Eurocrisis, was dit solidariteit uit nationale nood- zaak in plaats van diepgevoelde solidariteit tussen de lidstaten.’

Als het nationaal perspectief prevaleert, wat betekent dit voor organi- saties als de Wereldgezondheidsorganisatie, die juist opgericht zijn om samenwerking te stimuleren? ‘Hun rol gaat veranderen en is al aan het veranderen. Organisaties als de WHO vervullen twee rollen. Ten eerste zijn ze op hun gebied het kenniscentrum van de wereld en staan ze dus landen bij in het beslechten van een crisis vanuit hun technische kennis. Ten tweede zijn dat soort organisaties een uiting van de wereldorde

die door het Westen werd gedomineerd. Mondiaal werden afspraken gemaakt, maar daarin waren Amerika en Europa dominant. Die do- minantie neemt af en dus zal de politieke steun voor, en daarmee de politieke samenwerking via dit soort instellingen nog verder afnemen.
Ik verwacht dat de WHO haar rol als kenniscentrum van de wereld wel blijft spelen, maar dat de politieke samenwerking zal verschuiven van dit soort mondiale platformen naar meer regionale samenwerkingen.’

Dat de dominantie van het Westen afneemt, beschreef je ook in je boek De opkomst van het Oosten (Boom, 2016). Afgelopen april zei je in een interview met de Rode Hoed dat een verdere verschuiving van de macht van het Westen naar het Oosten waarschijnlijk het grootste geopolitieke gevolg van de crisis zou zijn. Waar kwam die voorspelling vandaan?

‘Die voorspelling deed ik op basis van twee ontwikkelingen die ik zie. Ten eerste heeft deze crisis denk ik een normatief gevolg. Eerder noemde ik al dat het type regime en beleid van een land de impact van de crisis beïnvloedt. En we hebben de afgelopen maanden gezien dat landen
met een sterke en competente overheid het best in staat bleken om de uitbraak te beheersen. Toen de uitbraak in Azië werd onderdrukt met een strikte lockdown, werd dat in Europa vooral als barbaars gezien, als iets wat wij hier nooit zouden doen. Echter, een paar weken later zaten we toch allemaal thuis en zijn er felle debatten over het ingrijpen van de overheid. Dat heeft niet zozeer te maken met of de regimes democratisch of autoritair zijn, maar meer met de ideologische houding jegens de

‘In Europa zag je al een soort Eurocrisis-sfeer ontstaan waar- in de lidstaten vanuit nationaal belang tegen- over elkaar stonden en dat zal over een jaar nog sterker

het geval zijn’

 

page3image425978528

idee oktober 2020

Coronacrisis 48

‘Ik verwacht
dat China na
de coronacrisis een vergelijk- bare rol zal spelen als de
VS in de weder- opbouw na de Tweede Wereld- oorlog hebben gespeeld’

overheid. In Zuid-Korea wordt binnen de democratie veel meer ruimte gelaten voor stevig overheidsingrijpen, terwijl we dit in het meer liberale Europa niet wenselijk vinden. De coronapandemie heeft de zwakte van die liberale houding blootgelegd. Ik verwacht dat dit de dominantie van de liberale democratie als ideaal op het wereldtoneel verzwakt en het Aziatische model met een sterkere overheid in aanzien zal winnen. De soft power zal verschuiven. Ten tweede geldt voor China specifiek dat ik verwacht dat, net als tijdens de vorige crisis, haar economische rol in de wereld groter zal worden. We zien nu al dat China de crisis economisch relatief goed doorkomt. Daarnaast heeft China, doordat het nog in ont- wikkeling is, meer financiële ruimte om nieuwe initiatieven te nemen dan bijvoorbeeld Europa, waar het beleid zich voorlopig richt op be- houden van wat het heeft. Ik verwacht dat China na de coronacrisis een vergelijkbare rol zal spelen als de VS in de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog hebben gespeeld. Het land heeft het investeringsvermogen en de productiekracht om de wereldeconomie weer aan te jagen, maar zal daarvan ook gebruik maken om haar machtspositie uit te bereiden. Tijdens de vorige crisis (de financiële crisis, red.) zagen we dezelfde dyna- miek en heeft China met haar Belt and Road Initiative haar geopolitieke positie aanzienlijk versterkt door investeringen, ook in Europa. Die

twee factoren versterken de positie van Azië op het wereldtoneel en daar is ruimte voor omdat het Westen een leegte laat vallen. In een recent rapport van de Munich Security Council werd het idee van Westlessness,
of ‘Westeloosheid’, geïntroduceerd en dat rapport beschrijft de ontwik- keling erg duidelijk. Het democratische karakter van het Westen leidt ertoe dat we ons geopolitiek een beetje als een slinger gedragen. Na ‘9/11’ werden we erg actief, maar veroorzaakten we veel lijden en maakten we de wereld er niet per se beter op. Daar kwam een democratische reactie op en nu trekken we ons terug. Maar we zien dat ook dit negatieve gevol- gen heeft. Bijvoorbeeld in Libië, waar het conflict nu beheerst wordt door Turkije en Rusland.’

Toen Ursula von der Leyen aantrad als voorzitter van de Europese Com- missie, zei ze dat haar Commissie een ‘geopolitieke’ Commissie zou zijn. Dat zou een ommekeer van de ‘Westeloosheid’ kunnen zijn. Heeft Europa dit tijdens de coronacrisis waargemaakt? ‘Nee, de lidstaten van de EU en de Europese Commissie waren – en zijn – vooral naar binnen gekeerd. Onze politiek zorgt ervoor dat we al maanden bezig zijn met onszelf en nog maar weinig naar buiten hebben gekeken. Er zijn echter nog kansen. Europa werkt nog aan haar relatie met Afrika en door de coronacrisis zullen Afrikaanse landen hulp nodig hebben om met name de econo- mische malaise af te wenden. Zowel Europa als China zouden daarbij de helpende hand kunnen zijn. China heeft die rol tijdens de vorige crisis gepakt en zal dat vast nu ook weer proberen. Voor China als autoritair regime is het ook makkelijker om dat soort geopolitiek te bedrijven als haar eigen bevolking ook nog te lijden heeft. Dit betekent echter niet dat het een gelopen race is. Europa heeft veel te winnen bij een goede relatie met Afrikaanse landen en heeft ook een belang bij het voorkomen van een economische crisis in Afrika, niet in de laatste plaats omdat zo’n crisis waarschijnlijk meer migratie op gang brengt. Europa zou er dus

page3image602770576

Haroon Sheikh · ‘De coronapandemie heeft de zwakte van liberale democratie blootgelegd’

49

goed aan doen om op zoek te gaan naar een manier om Afrika te helpen. Directe steun zou natuurlijk kunnen, maar
is misschien moeilijk in een tijd van grote begrotingstekorten. Indirect kan ook. Ik vermoed bijvoorbeeld dat een aantal Afrikaanse landen bij het IMF om schuldenverlichting zal vragen, dit zou Europa kunnen steunen.’

Europa moet dus slimmer handelen.
In een recente column in NRC Handels-
blad stelde je de vraag of we niet meer
geo-economisch moeten gaan denken
in Nederland. Is dat wat Europa moet
doen? ‘De kern van geo-economisch
denken is dat je kijkt naar asymmetri-
sche economische relaties en wat die
doen met de geopolitieke positie van
landen. Je ziet dat de Trump-regering dat heel sterk doet. Invoerbelas- tingen worden verhoogd voor die sectoren waarin Europa of China veel produceren en naar Amerika exporteren, terwijl de VS juist weinig pro- duceren en exporteren. Ze buiten die asymmetrie uit. Als je het geo-eco- nomische spel slim speelt, weet je zoveel mogelijk te voorkomen dat jij de afhankelijke partij ben in specifieke economische relaties. Europa zou dat zeker meer kunnen gaan doen, want nu zijn we vooral bezig met open internationale handel. We zouden als eerste stap beter in kaart moeten brengen waar wij in asymmetrische relaties zitten en dat zouden we moeten proberen recht te zetten. De productie van medische goede- ren is een voorbeeld van zo’n asymmetrische relatie en de coronacrisis heeft laten zien hoe kwetsbaar dat ons maakt. Het zou verstandig zijn om die kwetsbaarheid weg te nemen. Dat hoeft niet per se door direct
de confrontatie aan te gaan met China of door productie terug te halen naar Europa. Je kunt het ook aanpakken door je ervan te verzekeren dat je meerdere handelspartners hebt die deze goederen produceren. Een slimme industriepolitiek gaat dus niet zozeer over het versoepelen van de staatssteunregels zoals Duitsland en Frankrijk graag zien, maar meer om het slim investeren in je eigen bedrijven en de diversificatie van hun productieketens.’

‘De productie van medische goederen is een voorbeeld van zo’n asymmetri- sche relatie en de coronacrisis heeft laten zien hoe kwetsbaar dat ons maakt’

Foto: Herman Wouters

page4image603878720

idee oktober 2020

Coronacrisis 50

‘Als Nederland niet in staat is om zich slim
te positioneren, zullen we het lastig krijgen op het Europese toneel en op het wereldtoneel’

Nederland is onderdeel van Europa, maar voert ook haar eigen buiten- landbeleid. Wat moet Nederland doen om in het post-coronatijdperk grip te houden op haar eigen positie in de wereld? ‘Er zijn volgens mij twee belangrijke lijnen voor Nederland om internationaal sterker te staan

en op beide lijnen missen we de boot, vrees ik. Ten eerste moet Neder- land echt een nieuwe strategie voor haar rol in Europa vinden, want we kunnen niet buiten Europa in onze geopolitiek. Samen met de Britten waren wij de belangrijkste pleitbezorgers voor een decentraal Europa tegenover de Frans-Duitse as die naar meer centralisatie neigt. Door het vertrek van de Britten zijn wij daar meer alleen in komen te staan en worden we het gezicht van de Frugal Four (de ‘zuinige vier’: samen met Oostenrijk, Denemarken en Zweden, red.). Dat ondermijnt onze invloed in Europa. We zitten in een spagaat: bescherming van de rechtsstaat plaatst ons tegenover de Centraal- en Oost-Europese lidstaten, terwijl zij juist bondgenoten zouden kunnen zijn in ons streven naar een decentraal Europa. Wat voor allianties bouwen wij op? Ten tweede moet Nederland op het wereldtoneel meer structurele netwerken bouwen met gelijkge- stemde landen. Ik heb in het verleden wel eens gesuggereerd dat Neder- land een ‘liga van kleine pioniers’ zou moeten opzetten met landen als bijvoorbeeld Singapore, Chili, Mauritius en Zuid-Korea. Het zijn allemaal kleine landen maar met een sterke maritieme handelsgeest en in veel gevallen ook een zeer innovatieve economie. Met die landen zouden we dan structureel geopolitiek kunnen optrekken. Dat zou ook onze positie in Europa versterken. Ik heb hierover wel eens een gesprek gehad bij

het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar daar werd al snel duidelijk dat de voorkeur lag bij samenwerking op ad-hoc-basis, als de belangen overeen komen, wat mijns inziens kortzichtig is. In de verschuivende machtsrelaties in het post-coronatijdperk zullen alle landen hun positie weer moeten herijken in het speelveld van nieuwe machtsblokken. Als Nederland dan niet in staat is om zich slim te positioneren, zullen we het lastig krijgen op het Europese toneel en op het wereldtoneel.’ 1

Interview in IDEE Meer lezen »

EenVandaag behandelde online proctoring, de surveillance software die veel universiteiten gebruiken voor het afnemen van examens. In dit kort item stelt Haroon Sheikh kritische vragen over de technologie en of deze algoritmes kunnen doen wat zij beloven

 

EenVandaag: Online Proctoring Meer lezen »

in De Balie werd de Internet Marathon gehouden: 12 uur lang gesprekken over opkomst, dynamiek en toekomst van het internet. Een gesprek met Evelyn Austin (Bits for Freedom), Yoeri Albrechts (Balie) en panelleden van Adyen en IBM. Over de macht van Big Tech en de rol en mogelijkheden van overheden om invloed uit te oefenen. Vanaf minuut 39

The Internet Marathon – Block 4

De Internet Marathon Meer lezen »

Peter van Uhm en Haroon Sheikh over conflict tussen Frankrijk en Turkije

dinsdag 14 juli 2020

Terwijl wij in de ban waren van de coronacrisis, vond op de Middellandse Zee een confrontatie plaats tussen Frankrijk en Turkije. De spanningen in de NAVO lopen opnieuw hoog op. Wat is de Turkse president Erdogan precies van plan? En wat heeft de oorlog in Libië daarmee te maken? We bespreken het met Spraakmaker en oud-commandant der strijdkrachten Peter van Uhm en filosoof en politicoloog Haroon Sheikh.

Te beluisteren via NPO Radio 1

 

 

Spraakmakers ‘Conflict Turkije en Frankrijk in de Middellandse Zee’ Meer lezen »