NRC: Confucius is onze bondgenoot

We zijn gewend aan de Aziatische export van goederen – maar nog amper aan de export van Aziatische ideeën.


Westerse waarden staan onder druk. Dat horen we steeds vaker, onder meer van politici die de invloed van migratie uit Arabische landen vrezen. Dezelfde vrees leeft ook rondom het lesmateriaal op islamitische scholen, waar kinderen leren dat homoseksualiteit een zonde is die de straf verdient, dat jongens en meisjes gescheiden moeten leven en dat de westerse samenleving als geheel verworpen dient te worden.

Maar de gedachte dat westerse waarden onder druk staan, leeft óók in heel andere discussies. Als het gaat over de protesten in Hongkong, bijvoorbeeld. Lange tijd was de vooronderstelling dat een rijker China ook een democratischer China zou worden – en dus in de voetsporen van het Westen zou treden. In plaats daarvan zien we hoe het kleine Hongkong als bastion van de westerse democratie onder druk staat van het dictatoriale China.

Onder al deze discussies ligt de aanname van een waardenconflict tussen Oost en West: het Oosten is autoritair, emotioneel en plaatst de groep boven het individu, terwijl het Westen vrij en rationeel is en het individu centraal stelt.

Het is niet zo vreemd dat het Westen steeds vaker tegenover het Oosten wordt geplaatst. Immers, in het Oosten, vooral in verschillende Aziatische samenlevingen, vindt een immense verandering plaats. Lang hebben deze samenlevingen zich inferieur gevoeld ten opzichte van het Westen. Maar in de laatste decennia beweegt het economisch en politiek zwaartepunt van de wereld zich oostwaarts. Dat gaat gepaard met allerlei gevoelens van emancipatie, woede en drang tot erkenning van die niet-westerse samenlevingen.

Deze gevoelens zullen alleen maar groeien. China’s economische opkomst leidt tot speculaties over een Chinese wereldorde die op andere waarden is gestoeld. Ook landen als Rusland, India en Turkije worden zelfverzekerder. Wij zijn gewend aan de Aziatische export van goederen – maar nog amper aan de export van Aziatische ideeën.

Ideeën die voor ons van grote waarde zijn, zoals democratie, liberalisme en mensenrechten, zullen meer en meer worden bevraagd. Het opleggen van deze ideeën als internationale standaarden zal meer en meer worden weggewuifd als neokolonialisme. We kunnen zelfs spot verwachten. Is dit een voorbeeld van de superieure Britse democratie, zullen Chinese leiders die in Hongkong ingrijpen vragen, onder verwijzing naar de Brexit.

Nieuwe situatie

Hoe zullen westerse landen met die nieuwe situatie omgaan? Een optie is vast te houden aan het belang van onze waarden, maar daardoor komen wij vaker in botsing met steeds assertievere landen als China. Een andere optie is in te schikken en zo de vrede (en handel) te bewaren, maar dan moeten we wat bescheidener worden met het benadrukken van onze waarden.

Deze twee opties berusten echter op een denkfout, namelijk het geloof in een radicale scheiding tussen oosterse en westerse waarden. Zo’n scheiding spiegelt ons een vals dilemma voor waarbij we moeten kiezen tussen het verdedigen van onze waarden of het vermijden van conflict. Er is echter een derde weg. Hoe ziet die eruit?

Allereerst moeten we ophouden het Oosten als monolithisch te zien. In Aziatische samenlevingen bestaat een grote diversiteit aan stemmen en perspectieven. Het officiële verhaal mag dan luiden dat China een eenpartijstaat is, het land telt wel degelijk heel verschillende ideeën over de politieke orde. Zo speelde Hong Kong University een grote rol bij de protesten.

Die protesten zijn niet de botsing tussen westerse (Britse) democratie enerzijds en Chinese dictatuur anderzijds, maar tussen twee beelden van bestuur binnen China; oud-leider Deng Xiaoping kwam met de theorie van ‘één land, twee systemen’. In Beijing benadrukken ze het eerste deel, in Hongkong het tweede deel. Het land kent een lange en complexe traditie van politieke theorie. Dat besef biedt mogelijk een uitweg uit het dilemma.

Daartoe moeten we ons verdiepen in de politieke tradities van landen als China, om op die manier aanknopingspunten te vinden voor waarden die voor ons van belang zijn. Zo heeft China een lange traditie van humanisme, met eigen concepten van menselijkheid en waardigheid. Confucius vond kennis zo’n belangrijk onderdeel voor een goed leven dat, zonder de wil om te leren, elke deugd een ondeugd wordt. Zonder leren verwordt goedheid tot dwaasheid, moed tot opstandigheid, oprechtheid tot intolerantie. Zou vanuit deze traditie een Chinees concept van mensenrechten te ontwikkelen zijn?

Mandaat van de hemel

Ook kent het land oude ideeën over het ‘mandaat van de hemel’ en de morele voorbeeldrol van leiders. Dat zijn Chinese bronnen voor een theorie over verantwoordelijkheid van bestuurders aan de bevolking.

Dit biedt ons een andere aanpak om voor ons belangrijke waarden te verdedigen. Mensenrechten en democratie hoeven niet slechts exportproducten van het Westen te zijn, bedoeld om op te leggen aan de rest van de wereld. We kunnen wat wij belangrijk vinden ook verdedigen door aansluiting te vinden bij bronnen in andere tradities.

Dan moeten we wel met die tradities in gesprek gaan. In plaats van (westerse) commentatoren te volgen die dictatuur als essentieel onderdeel van de Chinese cultuur beschouwen, moeten we naar andere stemmen luisteren – van Aziatische denkers die in hun werk andere toekomstige paden voor China schetsen. Wang Gungwu belicht de open cultuur van de overzeese Chinezen; Zhang Weiwei belicht de Chinese traditie van meritocratie; Pankaj Mishrah toont de rijkdom van 19de-eeuwse Chinese filosofie; Yan Xuetong onderzoekt hoe China’s eeuwenoude politieke theorie kan bijdragen aan vreedzamere internationale relaties.

Buitenlandse agenten

Op dezelfde manier kunnen we ook de islam benaderen. Wanneer we westerse waarden lijnrecht tegenover de islam zetten, maken we het moeilijker voor mensen in moslimgemeenschappen om die waarden te omarmen. Hun verdedigers worden dan makkelijk weggezet als ‘buitenlandse agenten’.

Maar we kunnen ook aansluiting vinden bij islamitische tradities – tradities die met onze waarden overeenkomen. In plaats van feminisme te zien als louter westers idee, kunnen we aansluiting vinden bij islamitische bronnen voor de gelijkheid tussen man en vrouw. Islamitisch feminisme dus. Maar denk ook aan moslim-LHBT-organisaties. Die plaatsen bijvoorbeeld het verhaal van Lot (Lot wordt gedwongen zijn twee mannelijke bezoekers uit te leveren aan de inwoners van Sodom maar weigert, een verhaal dat in schoolboeken wordt gebruikt om homoseksualiteit af te wijzen) in een andere context en creëren zo ruimte binnen het geloof. Zij benadrukken dat dit verhaal niet over geaardheid gaat, maar een veroordeling van verkrachting is.

Met zulke stromingen en bewegingen moeten wij de dialoog aangaan, hen steunen en versterken waar mogelijk. Dat is iets anders dan de gangbare aanpak om ‘pro-westerse’ partijen te steunen, zoals we tijdens de Arabische lente of in Oekraïne hebben gedaan. Het gaat er juist om de tegenstelling tussen Oost en West te doorbreken. Dat betekent dat we banden moeten ontwikkelen met partijen die vanuit lokale tradities affiniteit met ons hebben.

Een tegenwerping kan zijn dat dit soort partijen klein zijn – het beleid zal daarom weinig effect hebben. Het is überhaupt de vraag hoeveel invloed wijzelf hebben. Desalniettemin past deze subtiele aanpak ons en ons land beter dan de confrontatie aangaan.

Invloedrijke stemmen

We moeten bovendien niet onderschatten hoe snel Aziatische samenlevingen veranderen; dit soort stemmen kunnen op lange termijn wel eens heel invloedrijk worden.

Dit is geen pleidooi voor relativisme. Het is een pleidooi om ons veel meer te verdiepen in andere tradities, om niet stil te blijven staan bij de verschillen maar om in andere tradities aansluiting te vinden bij onze waarden.

Deze aanpak past bij veranderende mondiale verhoudingen. De niet-westerse wereld is in opkomst en zal steeds minder accepteren dat het Westen de standaard van beschaving vaststelt en zijn waarden exporteert. Die benadering zal steeds minder goed werken. Daarbij kunnen we door deze aanpak te volgen, de voor ons belangrijke waarden van hun neokoloniale bijsmaak ontdoen. Op deze manier kunnen we een meer gelijkwaardige dialoog voeren, zonder los te laten wat voor ons van belang is.

Het doorprikken van de tegenstelling tussen Oost en West betekent overigens ook dat we het Westen niet als iets monolithisch moeten beschouwen. Veel van de waarden die tegenwoordig als de kern van de westerse identiteit worden beschouwd, hebben een lange en moeizame geschiedenis. Zelfs nu zijn gelijkheid tussen man en vrouw en LHBT-rechten geen zaken die door alle groepen in westerse samenlevingen worden omarmd.

Democratie en mensenrechten zijn recente ontwikkelingen in de westerse wereld – met ook een geschiedenis van geweld en onderdrukking. Dat is geen aanklacht tegen westerse waarden, maar een erkenning dat een rigide onderscheid tussen Oost en West niet te maken valt. Dat is iets dat de moderne kruisvaarders van de westerse waarden nog wel eens vergeten.

 

Share