Krantenartikelen

Rusland en China kondigden deze week aan meer te gaan samenwerken tegen de ‘informatieoorlog’ die sinds de coronacrisis verder oplaait. Ongetwijfeld zijn er digitale campagnes gericht tegen deze twee landen, maar de ironie is dat zij nu juist de meest actieve spelers zijn in deze mondiale strijd. Naast het biologische virus is er een even gevaarlijk digitaal virus, dat niet ons lichaam, maar onze geest aantast.

Vorig jaar publiceerde het Brookings instituut een interessant rapport, ‘Exporting digital authoritarianism’. Het laat zien hoe de twee genoemde landen al heel vroeg het internet hebben benaderd vanuit het oogpunt van veiligheid en controle, en dat zij nu beide hun methoden exporteren. China exporteert het high-end ‘product’: een totaal gefilterde internetinfrastructuur en eigen technologieplatformen. Armere landen wenden zich tot het goedkopere ‘product’ van Rusland: een combinatie van afluisterapparatuur en druk op leveranciers van internetdiensten.

Wij zijn inmiddels ook onderdeel van de mondiale informatieoorlog. Wat gebeurt hier precies? Sociale media zijn het slagveld van geopolitiek conflict geworden. In het fascinerende boek LikeWar: The Weaponization of Social Media kun je lezen over fenomenen als astroturfing (het in scène zetten van burgerinitiatieven), Poe’s Law (het is schier onmogelijk om extremisme te parodiëren) en het provoceren door trollen. Schrikbarend is het onderzoek dat de auteurs citeren dat laat zien hoe die informatieoorlog teert op onze breinen. Ik noem een paar voorbeelden.

Volgens een MIT-onderzoek verspreiden onware berichten zich zes keer sneller dan ware berichten. Zes keer! Ander onderzoek laat zien dat of we iets geloven minder afhangt van hoe betrouwbaar de bron is, dan van of we het bericht ergens eerder hebben gezien. Herhaling loont dus. Of neem dit: van de berichten die op sociale media gedeeld worden, is 59 procent zelf niet aangeklikt door degene die ze deelt. Ten slotte is ook onderzoek gedaan naar het tempo waarmee verschillende emoties over het internet bewegen. De snelste? Haat. Zo dragen wij zelf bij aan de verspreiding van het virus van de informatieoorlog.

Wat is nu het doel van deze oorlog? Rusland en China worden vaak vergeleken met dictaturen van de twintigste eeuw. Maar de 21ste-eeuwse informatieoorlog is anders. Het gaat niet om de verspreiding van een bepaalde ideologie, maar juist om elke overtuiging te ondermijnen. Daarom stimuleren buitenlandse mogendheden extreme meningen aan alle kanten van het spectrum. Ondermijning van maatschappelijke consensus is het doel. Cynisme creëren. Alles omgeven met ambivalentie. Ook de oude cultus van geheimhouding doet er minder toe. De waarheid wordt niet verhuld, maar bedolven onder onwaarheid. Denk aan de Russische berichtgeving over MH17.

Het verspreiden van allerlei wilde samenzweringstheorieën hoort bij deze tactiek. Ook dat is ironisch: mensen die geloven in samenzweringen trappen zelf in de grootste samenzwering. Het nieuws dat ze volgen wordt namelijk doelbewust gefabriceerd om verdeeldheid te zaaien.

Wat kunnen we tegen de informatieoorlog doen? Er ligt een opgave voor Nederland en de EU om meer grip te krijgen op dit nieuwe strijdtoneel. En misschien kunnen we leren van de aanpak van dat andere virus. Denk aan waarschuwingen over verspreiding vanuit bepaalde landen. Als samenleving zouden we aan ‘digital distancing’ kunnen doen, vooral ten aanzien van de superverspreiders van dit digitale virus.

En wanneer we zelf twijfels hebben bij de waarachtigheid van een bericht dat we zien, een digitaal mondkapje opzetten, om medeburgers niet te besmetten. Als we hier niet op reageren, brengt het virus van de informatieoorlog de gezondheid van onze democratie in gevaar.

NRC: Het virus van de informatieoorlog Meer lezen »

Dagenlang was de aandacht gericht op de machtsstrijd en nieuwe verhoudingen op het Europese continent. Minder opvallend zijn eveneens belangrijke verschuivingen in Azië. Recent vond een aantal grootse ontwikkelingen plaats, allemaal rond Iran, waar veel te weinig oog voor was. Samen schetsen ze scenario’s voor de toekomstige machtsbalans in Azië.

Ten eerste: mysterieuze ontploffingen. Sinds juni meldt Iran vreemde voorvallen bij militaire bases, nucleaire faciliteiten, havens en medische centra. Afgelopen week kwam een mogelijke verklaring aan het licht: president Trump heeft eerder de CIA vrij spel gegeven om cyberaanvallen uit te voeren op landen als Iran. Het is goed mogelijk dat dit de oorzaak is van de ontploffingen, al wordt ook naar Israël gewezen. Hoe het ook zij, het past binnen Trumps ‘maximale druk’ op Iran.

De tweede ontwikkeling is een immense deal tussen Iran en China. In juni besloten deze twee landen om voor vijfentwintig jaar op allerlei gebieden te gaan samenwerken. De rode draad is dat China kapitaal levert in ruil voor energie tegen gereduceerd tarief. De deal lijkt veel op die van China met Rusland in 2014 toen dat land maximale druk ondervond.

Wat mij aan die deal vooral opviel: de Chinese deelname in de Iraanse haven Chabahar. Die werd tot voor kort ontwikkeld door India. Een Indiaas-Iraans partnerschap moest concurreren met de nabijgelegen Chinees-Pakistaanse haven Gwadar. Door Amerikaanse sancties bleven Indiase investeringen echter uit en dat dreef Teheran naar China.

Dit is het Azië-scenario dat Amerikaanse strategen voorstaan: Chinese invloed in de regio die landen als India naar de VS toedrijft. Het werkt: deze week oefende de Indiase marine in de Indische Oceaan met de Amerikanen, gericht tegen Chinese invloed op het water. De VS voorzien mondiale competitie met China en verwachten dat veel sterke landen als India zullen kiezen voor het Amerikaanse kamp.

Toch is hier niet alles mee gezegd. China weet namelijk ook dat het landen tegen zich opzet als het zelf te dominant wordt, en speelt daarop in. De laatste jaren richt China zich op samenwerkingsstructuren waarin het weliswaar de sterkste is, maar niet dominant. Op die manier hoopt het andere machten gerust te stellen.

Die dynamiek is het best te illustreren aan de hand van de evolutie van de Shanghai Cooperation Organisation of SCO. Dat is een veiligheidsverbond tussen China, Rusland en verschillende Centraal-Aziatische landen. China wil al jaren meer economische integratie in dit verbond. Rusland was daar lang terughoudend in, uit angst een satelliet te worden van China. Uiteindelijk is Rusland akkoord gegaan met economische verdieping, op twee voorwaarden. De positie van energieproducerende landen in het verbond moest versterkt worden – daar werd Iran voor uitgenodigd. En het verbond moest verbreed worden: India en Pakistan werden in 2017 lid. Hier tekent zich een belangrijke dynamiek.

Binnen de SCO is China verreweg het sterkste land. Rusland en India zijn beide zwakker, maar gezamenlijk kunnen zij voldoende tegenwicht bieden om te zorgen dat China het verbond niet domineert. China is akkoord met deze verwatering van de eigen macht in de SCO. Het heeft liever tegenwerking van India binnen een Aziatische machtsbalans dan dat India onderdeel is van een Amerikaans anti-China verbond.

Waar de VS dus inzetten op een machtsstrijd met China waarbij ze bondgenoten mobiliseren, richt China zich op een Aziatische machtsbalans die de VS buitensluit. Welke kant het ook op gaat – de EU is geen beslissende speler.

Of is een derde scenario mogelijk, als wij ons weer wat meer naar buiten richten?

NRC: De EU staat buitenspel bij machtsstrijd in Azië Meer lezen »

‘Een provocatie richting de hele beschaafde wereld” noemde een Griekse minister het en de paus zei dat de beslissing hem pijn deed. Het zijn een paar reacties op Turkijes besluit om van de Hagia Sofia weer een moskee te maken. Uiteindelijk is dit besluit symboolpolitiek: een gemakkelijke manier om tegen het hele Westen op te staan zonder de eigen landsgrenzen te hoeven verlaten. Het leidt daarmee ook onze aandacht weg van gewichtigere handelingen die wel over grenzen heen gaan. In het bijzonder op het water.

In juni vond in de Middellandse Zee een confrontatie plaats tussen schepen van Turkije en Frankrijk. Franse schepen waren op missie om een wapenexport naar Libië tegen te gaan en werden door Turkse schepen bedreigd toen ze een schip wilden tegenhouden. Frankrijk is woedend en wilde afgelopen week dat Europa sancties zou opleggen. Om te begrijpen waarom dat niet lukt, moeten we een stap terug doen.

Turkije is onder Erdogan mondiaal assertiever geworden. De laatste tijd richt het beleid zich echter ook meer op het water. Het gaat om strategische toegang tot de Middellandse Zee en de Zwarte Zee, maar vooral ook om energie die op de zeebodem gewonnen kan worden. Zo lijkt Turkije de laatste tijd een theorie omarmd te hebben van oud-admiraal Cem Gurdeniz, de doctrine van het ‘blauwe thuisland’ (‘mavi vatan’). Dat betreft een maritieme ring om het land die volgens hem even goed verdedigd moet worden als de landsgrenzen van Turkije. De claim op water in de Egeïsche Zee maakt Griekenland nerveus.

Afgelopen december kwam Turkije met Libië tot een grens van economische zones in de Middellandse Zee waar nog meer landen in de regio tegen protesteerden. Die grens loopt precies langs de rand van het ‘blauwe thuisland’. De steun van Turkije voor Libië kunnen we vanuit die maritieme ambities begrijpen.

Nu komen we bij Europa’s verdeeldheid. Terwijl Turkije een grootmacht in de oostelijke Middellandse Zee aan het worden is, is Frankrijk dat in de westelijke helft. Al jaren poogt het hier met militaire en economische middelen een invloedssfeer te ontwikkelen. In Libië botsen beide regionale machten nu en daar wordt het complex.

De partij die Turkije namelijk steunt is de regering in Tripoli, de GNA, die door de VN is erkend en door de meeste landen als de rechtmatige regering wordt beschouwd.

Frankrijk steunt echter de LNA onder leiding van generaal Haftar in het oosten van Libië en doet dat net als landen als Rusland, de VAE en Saoedi-Arabië. Het bizarre is dat in Libië de twee Europese buurlanden Italië en Frankrijk aan tegenovergestelde zijde staan in een bloedig conflict. Die verdeeldheid binnen Europa biedt landen als Turkije de mogelijkheid om het initiatief naar zich toe te trekken.

Het zal moeilijk zijn om het Franse gevoel voor grandeur in te tomen, maar het is wel noodzakelijk. Het kan niet zo zijn dat Europese landen elkaar rond de Middellandse Zee tegenwerken en daarmee de unie als geheel bedreigen. De onderhandelingen met de VS en over de Brexit laten zien dat gemeenschappelijk Europees buitenlandbeleid wel degelijk mogelijk is.

Kritiek op de Turkse beslissing over de Hagia Sofia is in die zin ook voor ons symboolpolitiek: een gemakkelijk onderwerp om te suggereren dat wij het in Europa met elkaar eens zijn. Veel leerzamer is het Turkse beleid op het water dat namelijk een spiegel is voor onze onderlinge verdeeldheid. Zolang dat het geval is, zullen anderen een beslissende rol spelen aan onze grenzen.

NRC: Turkije laat zien hoe verdeeld het Westen is Meer lezen »

29/05/2020 Sinds de coronacrisis klinkt de term ‘nieuwe Koude Oorlog’ weer vaker. De situatie is nu heel anders, schrijven  en , maar Europa moet wel in actie komen.

Op 4 oktober 1957 lanceerde de Sovjet-Unie de Spoetnik, de eerste satelliet ter wereld. De Amerikaanse president Eisenhower en zijn regering kregen van het Congres, defensiekringen en de media de schuld van een ‘missile gap’, een grote achterstand op het gebied van rakettechnologie. De Russen leken een niet meer in te halen voorsprong te nemen in de Koude Oorlog en dat vervulde de Amerikanen met angst en gruwel. Vijf jaar later, in oktober 1962, was er de Cubacrisis en escaleerde het conflict tussen Amerika en de Sovjet-Unie. De inzet van kernwapens en een Derde Wereldoorlog konden ternauwernood worden voorkomen.

Fast forward naar het heden: Amerikaanse denktanks schrijven over de coronacrisis als het ‘nieuwe Spoetnik-moment’ en gebruiken steeds vaker de term ‘nieuwe Koude Oorlog’. Die geluiden gingen al op bij het Chinees-Amerikaans handelsconflict en de toenemende Chinese assertiviteit, maar corona en de recente ontwikkelingen inzake Hongkong verscherpen die situatie.

Op dezelfde dag dat The New York Times duizend namen van Amerikanen die stierven door het coronavirus op de voorpagina zet, één procent van de bijna honderdduizend dodelijke slachtoffers in Amerika, waarschuwt ook de Chinese minister van Buitenlandse Zaken, Wang Yi, tijdens een persconferentie in Beijing Amerika voor een „nieuwe Koude Oorlog”.

Amerika lijdt

Tegelijkertijd draait China in Hongkong de duimschroeven verder aan met de aankondiging van een nieuwe Nationale Veiligheidswet, donderdag aangenomen door het Chinese Volkscongres.

Oftewel: Amerika lijdt – naast het groot aantal slachtoffers zijn er miljoenen werklozen en staan economie en politiek onder immense druk – waar de Chinese economie alweer lijkt op te krabbelen. Het Chinese regime maakt zich, net als landen als Rusland en Iran, minder druk om de publieke opinie en kan daarom gebruik maken van dit moment om strategische doelen te bereiken. Zo moeten we de grotere grip op Hongkong begrijpen, getimed wanneer het westen de handen vol heeft en protesten uit gezondheidsredenen onderdrukt kunnen worden.

Ook in de rest van de wereld biedt de coronacrisis kansen voor China. Met medische steun, en door in het gat te stappen dat Amerika creëert door zich uit internationale verbanden terug te trekken. China toont tijdens deze coronacrisis twee gezichten: mondkapjesdiplomatie én machtspolitiek.


Afgelopen maand verscheen Kishore Mahbubani’s boek
Has China Won? The Chinese Challenge to American Primacy, waarin hij betoogt hoe goed China’s kaarten op dit moment zijn in de mondiale strijd met de VS. Hij laat zien hoe strategische fouten aan beide kanten de landen op ramkoers zetten.

Op ramkoers

De economische crisis in Amerika zal de confrontatie met China alleen maar versterken. De campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen zal de komende maanden volledig in het teken staan van de economische crisis en China en die twee prioriteiten zullen steeds aan elkaar gekoppeld worden. Uitdager Joe Biden zal daarbij niet willen onderdoen voor president Donald Trump (die hem wegzet als „Beijing Biden”) als het gaat om wie het krachtigst is ten opzichte van Beijing. Hierin zijn Republikeinen en Democraten verenigd.

Een nieuwe Koude Oorlog dus? De vergelijking gaat mank. De Koude Oorlog was een conflict waarbij twee militaire grootmachten, de winnaars van de Tweede Wereldoorlog, in twee blokken tegenover elkaar stonden. Tegenwoordig zijn grootmachten veel meer met elkaar verbonden en is conflict minder geopolitiek en meer geo-economisch van aard.

EU alternatief in tweestrijd

Juist daarom zou Europa een rol kunnen spelen om de spanningen tussen de VS en China te verminderen. Als grootste markt van de wereld heeft Europa economische macht, en die kan het omzetten in een politieke agenda. De European Council on Foreign Relations meent dat de tijd rijp is voor een meer gecoördineerd en systematisch Europees beleid tegenover de Chinese machtspolitiek.

De EU moet een sterke mondiale speler worden. Dat is moeilijk in deze crisistijd. Maar net als Merkel en Macron hebben gedaan met het economisch herstelprogramma, zou Europa deze crisis kunnen aangrijpen om een alternatief te bieden voor de groeiende tweestrijd die nu gaande is. Dat is niet alleen in ons eigen belang; het voorkomen van een nieuwe Koude Oorlog maakt de hele wereld veiliger.

De huidige situatie lijkt dan ook niet zozeer op de Koude Oorlog van de jaren vijftig, als wel op de wereld aan het eind van de negentiende eeuw, toen de zittende grootmacht Groot-Brittannië in balans werd gehouden door meerdere krachten: de VS, Frankrijk, Duitsland en Japan. Dat was een tijd van dynamisch diplomatiek koordspel. Europa moet zich dat spel gaan toe-eigenen als het mondiale samenwerking en de internationale rechtsorde wil handhaven. Een sterk Europa dat nauw samenwerkt met de grote andere democratieën zoals de VS, India, Indonesië en Japan en dat met één stem spreekt richting Beijing.

 is senior wetenschapper bij de WRR en filosoof aan de VU.  is oprichter van adviesbureau Krijger & Partners.

NRC: EU, zet economische macht in om conflict VS-China te tomen Meer lezen »

‘Hoe slecht waren de Academy Awards? De winnaar is een Zuid-Koreaanse film! Waar gaat dat in godsnaam over?” Aldus Donald Trump afgelopen vrijdag over Parasite, nadat die de Oscar voor beste film had gewonnen. Trumps probleem was dat de film buitenlands was, want hij gaf meteen toe die zelf niet bekeken te hebben: „Was de film goed? Geen idee.” Toch zou de thematiek van deze film hem best kunnen interesseren. …

NRC: Het kwaad van onze alledaagse monsters Meer lezen »

Westlessness – een Nederlandse vertaling zou ‘westeloosheid’ zijn – is de titel van het rapport bij de jaarlijkse veiligheidsconferentie die het afgelopen weekend in München plaatsvond. Die term duidt op een wereld waar westerse landen en hun principes van democratie en rechtstaat niet meer de dienst uitmaken. In een wereld waarin de VS een eigen koers vaart, rust een grotere verantwoordelijkheid bij de EU om die principes uit te dragen. Maar zoals een diplomaat onlangs weer eens verzuchtte over Europa: „Always right, never relevant.” Als Europa ook relevant wil zijn, moet het moeilijke beslissingen durven nemen.

NRC: De ‘westeloze orde’ biedt Europa nu slimme kansen Meer lezen »